Vaccinatie

op maat van uw kat

De afgelopen jaren zijn er grote veranderingen geweest in de aanbevelingen rond de vaccinatie van onze huisdieren.

Recent publiceerde de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) nieuwe richtlijnen voor de vaccinatie van katten.

Doel is om de vaccinatie aan te passen aan de levensomstandigheden van uw kat, en de hoeveelheid vaccins te beperken tot hetgeen écht noodzakelijk is.

In dit artikel lichten we kort de nieuwe richtlijnen toe.

Twee groepen katten

Bij de kat zijn de noodzakelijke vaccins afhankelijk van de levensstijl van uw kat. De WSAVA maakt onderscheid tussen katten die grote risico’s lopen, de HIGH RISK katten; en diegenen die minder blootgesteld worden aan ziektekiemen, de LOW RISK katten.

HIGH RISK katten

Katten die contact hebben met soortgenoten behoren automatisch tot deze groep. Uiteraard denken we dan aan katten die buiten rondlopen, maar ook wanneer uw kat naar pension gaat tijdens uw vakantie komt ze in contact met andere poezen. Katten die deelnemen aan shows of waarmee gekweekt wordt, lopen ook een hoger risico.

LOW RISK katten

Tot deze groep behoren de katten die nooit buiten komen en geen contact hebben met soortgenoten. Als bron van besmetting gelden hier enerzijds de huisgenoten (mensen of andere dieren); en anderzijds vlooien, die overbrenger kunnen zijn van het Leukose-virus. Een degelijke preventie van vlooien blijft dus onmisbaar!

Vaccinatie richtlijnen WSAVA

Afhankelijk van de groep waarin uw kat thuishoort, passen we een aangepast vaccinatie-protocol toe.

HIGH RISK katten

Voor deze katten is een goede bescherming tegen kattenziekte (parvo), niesziekte (Calici en Herpes) én leukose belangrijk.

Voor kittens starten we met vaccinatie op 9, 12 en 16 weken. Een herhaling op de leeftijd van 7 maanden en vervolgens na 1 jaar, zorgt voor langdurige bescherming tegen kattenziekte (3 jaar) en leukose (2 jaar).

Niesziekte (Calici en Herpes) breekt makkelijker door de bescherming van het vaccin, waardoor jaarlijks vaccineren tegen niesziekte nodig blijft.

LOW RISK katten

Gezien deze katten minder risico lopen op besmetting, is jaarlijks vaccineren niet strikt noodzakelijk. Een herhaling elke 3 jaar houdt de afweer voldoende in stand. Vaccinatie tegen Leukose is niet nodig bij strikte vlooienpreventie.

Voor kittens starten we met vaccinatie op 9, 12 en 16 weken. Een herhaling op 7 maanden en vervolgens na 1 jaar, zorgt voor een langdurige bescherming, gezien het beperkte besmettingsrisico.

Een jaarlijkse controle blijft aangeraden, omdat katten meesters zijn in verbergen van ziekte.

Heeft u vragen bij deze nieuwe richtlijnen, of weet u niet zeker tot welke groep uw kat behoort? Contacteer ons gerust, wij geven met plezier de nodige verduidelijking! Indien u niet zeker bent over de vaccinatie-status van uw kat, maak even een afspraak voor een gezondheidscontrole en vergeet uw boekje niet. Wij kijken meteen de vaccinaties van uw kat na en maken deze in orde waar nodig.