Geplaatst op

Voeding voor konijntjes

Voeding van het konijn

Konijnen en wortels: ze zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar! Het dieet van een konijn is echter helemaal niet zo eenvoudig. Het is bovendien van cruciaal belang voor hun algemene gezondheid. De tips & tricks voor een optimaal gezond dieet vind je hieronder!

Met stip op nummer één: hooi!?

Hooi zou ongeveer 75% van het dieet van je konijn moeten uitmaken. Dat komt omdat hooi vele gezondheidsvoordelen heeft:

  • het is rijk aan vitaminen, mineralen en eiwitten
  • het onderhoudt de darmflora
  • de vezels zorgen voor een goede darmbeweging
  • het slijt de tanden goed af: kiezen groeien tot wel 3 mm per week!
  • het werkt tegen verveling: kauwen op hooi = niet kauwen op je zetels
  • het geeft konijnen een verzadigd gevoel

Hoe zorg je ervoor dat je konijntjes voldoende hooi eten?

Er wordt best dagelijks een verse portie hooi aangeboden. Vaak horen we dat er wel voldoende hooi wordt gegeven, maar dat de konijnen er niet van willen eten. Het kan dan soms helpen om verschillende soorten te proberen (kruidenhooi, timothy-hooi) of wat verse kruiden door het hooi te mengen. Eet je konijn geen hooi omdat hij alleen droge korrels wil? Dan is het belangrijk om de korrels slechts gedurende enkele uren in het hok te laten staan of soms zelfs de korrels volledig uit het dieet te schrappen, zodat het konijntje toch aan het hooi gaat knabbelen.

Voer tenslotte liever géén stro. Het heeft reeds heel wat voedingsstoffen verloren. Het is niet slecht voor het konijn en kan bijvoorbeeld zeker gebruikt worden als ondergrond, maar als voedingsstof kunnen er op lange termijn tekorten ontstaan.

Op de tweede plaats komen dan verse groenten

Groenvoer heeft ongeveer dezelfde effecten als hooi op het spijsverteringsstelsel van het konijn. Daarnaast bevatten ze ook nog heel wat andere vitaminen en mineralen en – héél belangrijk – voorzien ze het konijn van voldoende water. Ondanks het feit dat er een waterreservoir in het hok staat, drinken konijnen vaak onvoldoende. Dit wordt dan gecompenseerd door het vocht in het groenvoer.

Op de leeftijd van 1 à 2 maanden schakelen babykonijntjes stilaan over van melk naar hooi en pellets. Vanaf een leeftijd van 3 maand, mag groenvoer stilaan geïntroduceerd worden.

Omdat er soms maagdarmproblemen kunnen ontstaan, is het belangrijk één soort per keer en maximum een eetlepel per keer te testen. Op die manier kan je problemen voorkomen en leer je welke groenten jouw konijn niet goed verdraagt.

Een volwassen konijn krijgt dagelijks ongeveer 100 gram (of één kopje) groenvoer per kg lichaamsgewicht. Varieer ook voldoende: ideaal worden er 2-3 verschillende soorten per dag gegeven. Hoe donkerder de groente, des te meer voedingswaarde erin zit.

Belangrijk is wel dat alle groenten steeds rauw gevoederd worden en dus nog voldoende voedingsstoffen en vezels bevatten.

In de tabel hiernaast vind je soorten die je zonder twijfel aan je konijn mag geven. Deze lijst is uiteraard niet volledig, maar geeft je wel al een veilige start!

Wat dan met commercieel konijnenvoer (pellets of muesli)?

Commercieel konijnenvoer of droge pellets zijn eigenlijk overbodig voor onze gezelschapskonijnen. Ze werden ontwikkeld voor de industriële konijnenhouderij en bevatten veel energie om een snelle groei in de hand te werken.

De pellets worden vaak heel graag gegeten, maar kunnen op lange termijn en zonder begeleidend evenwichtig dieet klachten veroorzaken van overgewicht, diarree, onvoldoende slijtage van de tanden, verveling en urinewegproblemen. Je hoeft ze niet te schrappen uit het dieet, maar voeder deze korrels dus steeds met mate (één soeplepel per konijn per dag).

Zorg er ook voor dat de pellets er allemaal hetzelfde uitzien. De muesli-types werken selectief eten in de hand en verstoren het evenwicht in het dieet nog meer!

In onze praktijk bieden we de Fibafirst knaagstokjes aan. Deze uniforme stokjes hebben een heel hoog vezelgehalte en zijn supergoed voor de tanden en de darmen. De stokjes zijn erg gemakkelijk in gebruik en worden ook erg lekker gevonden. Een ideaal alternatief voor de klassieke konijnenkorrels, dus!

Ten slotte: snoepjes!

Tot slot zijn er nog een heleboel extra’s die als snoepjes en beloning kunnen dienen.

Hieronder vallen de commerciële snoepjes en fruit. Deze bevatten veel suiker en worden dus best erg beperkt gegeven. Hou ze als beloning om ervoor te zorgen dat het groenvoer en het hooi de prioriteit behoudt!

De algemene regel is hier enkele “dobbelsteentjes” per dag.

Copyright: Dierenartsenpraktijk AVALON BVBA – BTW: BE0823.538.413

Liersesteenweg 146, 2220 Heist-op-den-Berg – Tel. (015) 25 39 89

Geplaatst op

HCM

Hypertrofische CardioMyopathie (HCM)

bij de kat

HCM is veruit de meest voorkomende hartspieraandoening bij katten, ongeveer 10% van de totale kattenpopulatie wordt vroeg of laat getroffen.

Meestal zien we HCM bij katten van middelbare en hogere leeftijd, maar helaas komt het ook voor bij jongere dieren. Het komt vaker voor bij raskatten, maar even goed bij gewone huiskatten.

Wat is HCM (Hypertrofische CardioMyopathie)?

HCM of hypertrofische cardiomyopathie is veruit de meest voorkomende aandoening van de hartspier bij katten, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dikker en dikker wordt.

Door de verdikte hartspier kan het hart minder bloed bevatten en gaat de pompfunctie systematisch achteruit. Vaak resulteert dit in hartfalen.

Oorzaken van HCM

Primaire HCM

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij raskatten (Britse Kortharen, Ragdoll, Maine Coon, Pers,…) en er zijn al enkele genmutaties bekend die tot de ontwikkeling van HCM leiden, waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. Dit noemt men ook wel primaire HCM.

Secundaire HCM

Het is steeds belangrijk om onderliggende oorzaken uit te sluiten, vooraleer te besluiten tot de erfelijke vorm van HCM.

Een overactieve schildklier (hyperthyroïdie) en een hoge bloeddruk (hypertensie) kunnen leiden tot secundaire HCM. Er dient een bloedname en een bloeddrukmeting uitgevoerd te worden. Indien er sprake zou zijn van hypertensie en/of hyperthyroïdie, starten we hiervoor een behandeling op en kan de hartspier zich opnieuw verbeteren. 

Myocarditis

Als laatste kan ook een hartspierontsteking (myocarditis) een sterke verdikking van de hartspier geven. Meestal gaat dit gepaard met koorts, algemene ziektesymptomen en een luid bijgeruis op het hart dat nooit eerder opgemerkt werd. Het onderscheid met een primaire HCM is niet altijd makkelijk te maken. Een bloedonderzoek kan een aanwijzing geven in de juiste richting, maar het antwoord ligt hier meestal in de opvolging: een hartspierontsteking kan zich herstellen, primaire HCM niet.

Tekenen van HCM

Sommige katten met HCM hebben helemaal geen symptomen. Op het lichamelijk onderzoek wordt soms een bijgeruis of een hartritmestoornis opgemerkt, maar dat is zeker niet altijd het geval. 

De meest opvallende symptomen zijn ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de kat soms met open bek ademt, “hijgt zoals een hond” of een pompende buikademhaling heeft. In tegenstelling tot de mens en de hond, zal een kat met hartfalen niet hoesten.

Inspanningsintolerantie komt eveneens vaak voor, maar is voor katteneigenaars vaak moeilijk te herkennen. Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De kat heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn. Vaak schuilt het herkennen van inspanningsintolerantie in kleine dingen zoals niet meer willen spelen, vaker gaan liggen of minder op hoogtes springen. 

Katten met HCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de kat zich bijna meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Bij katten met een vergevorderd (al dan niet vastgesteld) hartprobleem, kan een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van bloedklonters voorkomen. Wanneer zo’n bloedklonter het hart verlaat, komt die typisch vast te zitten ter hoogte van de achterpoten met plotse, pijnlijke verlamming van de achterpoten tot gevolg. De prognose hiervan is erg slecht. Op de korte termijn overlijden de katten vaak aan de gevolgen van het vrijkomen van de opgestapelde gifstoffen wanneer de klonter zich oplost. Indien de kat de intensieve behandeling toch zou overleven, zien we op vaak herval binnen de 6-12 maanden.

Diagnose van HCM

Echocardiografie

Met echocardiografie wordt de dikte van de hartspier gemeten en vergeleken met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de kat. Bij katten met HCM is de hartspier verdikt. Er kan op basis van de echo alleen echter niet gezegd worden of de aandoening primair of secundair is. Hiervoor is verdere opwerking nodig.

Bloed Onderzoek

Radiografie

Wanneer we vermoeden dat er zich vocht heeft opgestapeld rond de longen, nemen we een radiografie van de borstholte om de hoeveelheid vocht in te schatten.

Behandeling van HCM

Vochtafdrijvers

Indien de kat in hartfalen is, betekent dat dat ze vocht opstapelt in of rond de longen (of in zeldzame gevallen in haar buik). Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen – vrij in de borstkas dus – best aangeprikt en verwijderd om het katje snel comfort te bieden.

Bloedverdunners

Wanneer we op de echocardiografie zien dat de hartboezems (atria) toegenomen zijn in grootte, starten we preventief bloedverdunners op. De vergrote boezems verhogen immers de kans tot klontervorming aangezien het bloed daar niet weg kan en stil komt te staan. 

Anti-aritmica

Katten met een hartritmestoornis worden op anti-aritmica gezet (vaak beta-blokkers) om de ritmestoornis zo goed mogelijk onder controle te krijgen.

Opvolging en prognose van HCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt. De opvolging van een katje met HCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert. 

Naast regelmatige controles in de praktijk, bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden.

Prognose

HCM is ongeneeslijk. Het is de bedoeling van de medicatie om de kat een zo lang en comfortabel mogelijk leven te bieden. Eens er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – één jaar.

Geplaatst op

DCM

Dilatorische cardiomyopathie (DCM)

bij de hond

Dilatorische cardiomyopatie is een hartspieraandoening waarvan we de meeste gevallen zien bij reuzenrassen.

De ziekte kan zich al op vrij jonge leeftijd ontwikkelen,

namelijk vanaf 4 jaar.

Wat is DCM (Dilatorische CardioMyopathie)

DCM of dilatorische cardiomyopathie is een vaak voorkomende aandoening van de hartspier bij grote honden, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dunner en dunner wordt.

Door dit spierverlies gaat de pompfunctie van het hart systematisch achteruit en krijgt het hart het bloed niet goed rondgepompt.

Hierdoor gaan de kamers van het hart vergroten treden zuurstoftekort, hartfalen en/of hartritmestoornissen op.  

Oorzaken van DCM

Genetische of aangeboren factoren

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij bepaalde rassen (Dobermann, Deense Dog, Newfoundlander, Ierse Wolfshond, …) waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. 

Voeding

Het is ook al bewezen dat bepaalde voedseltekorten of specifieke diëten tot DCM kunnen leiden. Hierbij zijn vooral tekorten van taurine en carnitine van belang, maar ook lam&rijst- of granenvrije diëten zijn beschreven.

Boxers en Cocker Spaniels blijken vooral gevoelig te zijn aan voedselgerelateerde DCM.

Andere aandoeningen

Ook hartritmestoornissen kunnen DCM veroorzaken: bij honden die constant een supersnelle hartslag hebben (tachycardie), kan de hartspier dermate vermoeid geraken, dat er een gelijkaardig beeld kan ontstaan.

Als laatste, maar minder vaak voorkomende onderliggende oorzaak, kan een slecht werkende schildklier worden vermeld (hypothyroïdie). 

Tekenen van DCM

Op het lichamelijk onderzoek horen we soms een bijgeruis of een hartritmestoornis, maar dat is zeker niet altijd het geval. Soms is een minder sterk geslagen pols voelbaar.

Eén van de meest typische symptomen is inspanningsintolerantie. Kan je hond minder goed mee op wandeling, wil hij niet meer spelen of gaat hij vaker liggen? Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De hond heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn.

Wanneer de ziekte verder vordert, ontwikkelen zich ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de buikspieren worden aangesproken om de ademhaling te verbeteren en een hele diepe en drukkende ademhaling ontstaat.

Honden met DCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de hond zich meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Diagnose van DCM

Echocardiografie

Met echocardiografie meten we de dikte van de hartspier en de pompfunctie van het hart en vergelijken deze met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de hond.

Bij DCM is de hartspier dunner en het hart groter.

Bloed Onderzoek

Op zoek naar een onderliggende oorzaak voor DCM, voeren we een bloedonderzoek uit. We gaan zo op zoek naar voedseltekorten of schildklierproblemen.

ECG

Bij vermoeden van ernstige hartritmestoornissen, kan een ElectroCardioGram uitgevoerd worden om de ernst in te schatten en de behandeling aan te passen.

Behandeling van DCM

Verbeteren van de pompfunctie

In eerste instantie starten we medicatie op om de pompfunctie van het hart te verbeteren. Zelfs als er geen symptomen werden opgemerkt, kunnen we al beginnen met medicatie.

Studies hebben aangetoond dat wanneer we op het juiste moment starten, het ontstaan van de problemen tot 9 maanden kan worden uitgesteld. Dit wil zeggen dat jaarlijkse screening van risicorassen vanaf een leeftijd van 3-4 jaar dus zeker loont!

Ritmestoornissen behandelen

Honden met DCM lopen risico om plots te overlijden. Dit zijn meestal de honden waarbij naast problemen met de pompfunctie van het hart, ook ernstige hartritmestoornissen optreden. Afhankelijk van de soort ritmestoornis, worden verschillende anti-aritmica ingezet om het risico op flauwvallen (tgv milde ritmestoornissen) en plots overlijden (tgv ernstige ritmestoornissen) zoveel mogelijk te beperken.

Vochtafdrijvers

Daarnaast kan de hond hartfalen ontwikkelen. Dit betekent dat er vocht opstapelt in of rond de longen en/of in de buik, met ademhalingsklachten, vermindering van comfort en vermageren tot gevolg. Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen of vrij in de buik zit best aangeprikt en verwijderd om opnieuw een betere levenskwaliteit te bieden.

Opvolging en prognose van DCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt.

Ook hier zijn dus regelmatige controles van belang, maar er bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden. Er bestaat ook een app (HartMonitor Hond) die het tellen en het bijhouden van de ademhalingsfrequentie gemakkelijker maakt.

Prognose

De opvolging van een hond met DCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert.

DCM ten gevolge van voedseltekorten of hartritmestoornissen kan omkeerbaar zijn indien de onderliggende aandoening succesvol kan worden behandeld. DCM waar geen onderliggende oorzaak bij kan worden aangeduid, is ongeneeslijk.

Eens de diagnose gesteld wordt en er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – 3 tot 6 maanden.

Geplaatst op

Mitralisklep

Lekkende hartklep (MVD)

bij de hond

Mitralisklependocardiose of lekkende hartklep

komt vooral voor bij honden van kleine rassen

op middelbare tot oude leeftijd.

Gemiddeld 15% van de kleine honden op leeftijd worden getroffen door deze aandoening.

We zien het iets vaker bij mannetjes dan bij vrouwtjes.

Wat is MVD (Mitral Valve Disease)?

MVD of “mitral valve disease” is de meest voorkomende hartaandoening bij de hond. MVD tast de hartklep tussen de linkerboezem (atrium) en de linkerkamer (ventrikel) aan. Deze klep zorgt ervoor dat er een perfecte afsluiting van de verschillende kamers van het hart gegarandeerd wordt. Daardoor volgt het bloed steeds de juiste richting en wordt het integraal naar de hoofdslagader gebracht om het hele lichaam van zuurstofrijk bloed te voorzien.

Bij mitralisklependocardiose gaat de normaal flinterdunne klep verdikken en knobbelig worden. Hierdoor kan de afsluiting niet meer gegarandeerd worden. Een deel van het bloed gaat daarbij doorheen de klep terug naar de linkerboezem – in de verkeerde richting (lekkage).

Oorzaak van MVD

Mitralisklependocardiose kan omschreven worden als slijtage van de hartklep. Het is een verouderingsproces waarbij het bindweefsel geleidelijk aan knobbelig en minder elastisch wordt, met uiteindelijk functieverlies tot gevolg. 

Dit kan bij alle rassen voorkomen, maar wordt veruit het vaakst gezien bij de Cavalier King Charles Spaniel (tot 40%). Er is bij dit ras dus wel degelijk een genetische aanleg aanwezig die leidt tot een versnelde veroudering van de hartklep. Daarom wordt aangeraden fokteven preventief te testen om zo weinig mogelijke erfelijke belasting mee te geven aan de nakomelingen.

Andere vaak getroffen rassen zijn de Teckel en de Cocker Spaniel. 

Tekenen van MVD

Eén van de meest typische symptomen is inspanningsintolerantie. Doordat een significant deel van de bloedstroom terug naar de linkerboezem stroomt in plaats van naar de hoofdslagader, krijgt het lichaam minder zuurstofrijk bloed. De hond heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn.

Wanneer de ziekte verder vordert, ontwikkelen zich ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de buikspieren worden aangesproken om de ademhaling te verbeteren en een hele diepe en drukkende ademhaling ontstaat.

Bij honden met MVD wordt regelmatig hoesten opgemerkt. Een luide, droge hoest kan veroorzaakt worden door het vergroten van de linkerboezem door de terugstroom van het bloed door de defecte klep. Deze vergroting van het hart kan duwen op de hoofdbronchen binnen de longen, waardoor een soort van prikkelhoest ontstaat. Een voorzichtige, vochtige hoest waarbij soms zelfs slijm of water wordt opgehoest, kan worden gezien wanneer er zich veel vocht op de longen ophoopt.

Honden met MVD kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of excitatie. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de hond zich bijna meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Diagnose van MVD

Algemeen Onderzoek

Op algemeen lichamelijk onderzoek is steeds een bijgeruis te horen.

Dit ruisje wordt veroorzaakt door een bloedstroom in de verkeerde richting en wordt luider naarmate de lekkage groter en ernstiger wordt. Het bijgeruis krijgt een score van 1 tot 6 zodat er bij controles kan worden vergeleken. Een hartruis met een score van 1 of 2 zal zelden tot problemen leiden, bij hogere scores of snelle progressie wordt extra onderzoek geadviseerd.

EchoCardioGrafie

Bij een echocardiografie wordt de hartklep in beeld gebracht om de verdikking en vervorming vast te stellen. Daarnaast wordt ook de bloedstroom tussen de linkerboezem en de linkerkamer in beeld gebracht. Hierbij wordt de grootte en de ernst van de lekkage duidelijk.

Radiografie

In sommige gevallen kan er gekozen worden om een radiografie van de borstkas te nemen. Hierbij kan een waarschijnlijkheidsdiagnose van MVD worden gesteld op basis van de grootte van het hart.

Voor het vaststellen van hartfalen of het opwerken van een hoest, heeft radiografie de voorkeur boven echocardiografie, omdat ook de longen in beeld gebracht worden. In sommige gevallen zijn Radiografie en echografie beide nodig.

Behandeling van MVD

De perfecte oplossing zou het vervangen van de hartkleppen zijn, maar daar hangt een serieus prijskaartje aan vast. De resultaten zijn veelbelovend, maar vooralsnog is dit niet mogelijk in België.

Bij een medicamenteuze behandeling van hartfalen, is het doel uw hond een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Gezien de ziekte niet te genezen is, is medicatie voor de rest van zijn dagen nodig. Meestal werken we met een combinatie van medicijnen op maat van ùw hond en wordt deze bijgestuurd wanneer nodig (zie opvolging).

Verbeteren van de pompfunctie

Het opstellen van de behandeling wordt ideaal afgestemd op basis van de echocardiobeelden.

Indien de hond nog geen klachten heeft, maar we wél al een vergroting van de linkerboezem zien, wordt medicatie opgestart om de pompfunctie van het hart te verbeteren.

Studies hebben aangetoond dat wanneer dit op de juiste moment wordt opgestart, het ontstaan van de symptomen tot 18 maanden kan worden uitgesteld. De moeite dus om regelmatig een echocardio te laten uitvoeren bij honden met duidelijk bijgeruis, maar zonder klachten!

Vochtafdrijvers

Wanneer er effectief sprake is van hartfalen en dus vochtopstapeling in de longen, worden vochtafdrijvers een belangrijk onderdeel van de behandeling.

Hierdoor kan uw hond wel meer gaan drinken en meer gaan plassen. Ook de nieren worden wat onder druk gezet, waardoor regelmatige controles van de nierwaarden en de elektrolieten (zouten) in het bloed aan de orde zijn.

Hoestremmers

De behandeling van een hoestje is vaak een uitdaging, gezien er verschillende mogelijke oorzaken van die hoest zijn.

Bij de droge hoest – en in de afwezigheid van vocht op de longen – kunnen hoestremmers en bronchodilatoren ingezet worden om de druk op de hoofdbronchen te doen afnemen. Dit is niet altijd efficiënt, soms valt deze hoest niet te verhelpen.

Bij de vochtige hoest dienen vochtafdrijvers opgestart te worden of moet de dosis worden aangepast. 

Opvolging en prognose van MVD

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt.

Ook hier zijn dus regelmatige controles van belang, maar er bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden. Er bestaat ook een app (HartMonitor Hond) die het tellen en het bijhouden van de ademhalingsfrequentie gemakkelijker maakt.

Prognose

Sommige honden zullen nooit last krijgen van de misvormde hartklep, bij anderen kan het snel achteruit gaan. Dit wijst nog eens op het belang van regelmatige controle: alleen al door te luisteren naar het hart, kunnen we een ruwe inschatting maken over de progressie en de noden van uw hond op dat moment (verder onderzoek, medicatie, …).

Eens er symptomen van hartfalen worden vastgesteld (vocht op de longen), bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – één jaar.

Geplaatst op

Hyperthyroidie

Hyperthyroïdie bij de kat

Hyperthyroïdie is een aandoening waarbij de schildklier teveel hormonen produceert. Het is dé meest voorkomende ziekte van het hormoonstelsel van de kat.

Schildklierhormonen regelen de snelheid van de stofwisseling van het lichaam. Bij een te hoge productie van schildklierhormonen gaat de interne motor in “overdrive”.

Wanneer geen behandeling wordt ingesteld, is deze ziekte potentieel dodelijk. Gelukkig zijn er verschillende succesvolle behandelingen mogelijk.

Tekenen van hyperthyroïdie

In 98% van de gevallen wordt hyperthyroïdie veroorzaakt door een goedaardige zwelling van de schildklieren met overproductie van hormonen tot gevolg. Slecht 2% van de katten met hyperthyroïdie hebben een kwaadaardige tumor in de schildklier, wat succesvolle behandeling haast onmogelijk maakt.

De ziekte komt haast uitsluitend bij katten op leeftijd voor, gemiddeld ouder dan 8 jaar.

Vaak voorkomende symptomen zijn:

  • Vermageren, ondanks verhoogde eetlust
  • Veranderingen in het gedrag: rusteloos, snel geïrriteerd, veel miauwen
  • Braken en diarree
  • Veel drinken en veel plassen
  • Slecht verzorgde vacht
  • Opzoeken van koele plekken

Mogelijke complicaties

  • Hartfalen: het hart wordt door de verhoogde hoeveelheid schildklierhormonen gestimuleerd om sneller en krachtiger te kloppen. Dit kan leiden tot uitputting en oprekking van de hartspier
  • Hoge bloeddruk: dit kan op zijn beurt leiden tot beschadiging van organen zoals de ogen, de nieren, het hart en de hersenen.
  • Nierfalen: katten met overactieve schildklier hebben vaak een verminderde nierfunctie zonder dat we dit kunnen aantonen in het bloed. Controle van de nierwaarden na opstart van een behandeling is dan ook zeer belangrijk om dit “verdoken” nierfalen op te sporen.

Diagnose van hyperthyroïdie

Algemeen onderzoek

Een algemeen onderzoek levert vaak al een aantal verdachte signalen op, zoals versnelde hartslag, slechte vacht en soms is een vergrootte schildklier voelbaar in de hals

Bloedonderzoek

Hierbij bepalen we de hoeveelheid schildklierhormonen in het bloed. Deze test kan direct in onze praktijk uitgevoerd worden waarbij we na een halfuurtje de resultaten hebben. We kijken ook na of er geen andere aandoeningen zijn om rekening mee te houden in de keuze van de behandeling.

Scintigrafie

Dit is een scan waarbij de schildklieren zichtbaar worden gemaakt na injectie met een kleine hoeveelheid radioactief technetium. Dit wordt aangeraden wanneer chirurgisch ingegrepen wordt.

Behandeling van hyperthyroïdie

Er zijn 4 manieren om hyperthyroïdie bij de kat te behandelen. De leeftijd van de kat, de ernst van de vergroting en de mate van complicaties zijn aspecten die de beste manier van behandelen bepalen. Elke methode heeft voordelen en nadelen.

Medicatie

Voor deze behandeling is er maar één medicijn in Europa geregistreerd: thiamazole. Het medicijn vermindert de productie en afgifte van hormonen door de schildklier.

Toediening kan gebeuren in de vorm van een tablet of siroop, en moet twee maal per dag gebeuren. Na 3-4 weken wordt een bloedonderzoek uitgevoerd om te kijken of de dosis volstaat om de schildklier voldoende te onderdrukken. Indien de dosis op punt staat is een controle 1 tot 2 maal per jaar voldoende.

VOORDELEN:

  • relatief goedkoop
  • bij eigen dierenarts mogelijk
  • mogelijk bij nierfalen

NADELEN:

  • levenslang medicatie toedienen
  • soms bijwerkingen, vooral jeuk (verdwijnen bij stoppen met medicatie)

Operatie

Het doel van de operatie is het verwijderen van al het aangetaste schildklierweefsel, zonder de bijschildklier (die er vlak tegenaan ligt) te beschadigen. Veelal wordt er eerst een scintigrafie uitgevoerd om het aangetaste weefsel te identificeren. Indien de operatie succesvol is, behoeft uw kat nadien geen medicatie meer.

VOORDELEN:

  • definitieve oplossing

NADELEN:

  • kostprijs (scintigrafie en operatie)
  • risico op complicaties
  • niet bij nierfalen

Radio-actief jodium

Het radio-actief jodium wordt via een injectie aan de kat toegediend, vervolgens wordt het opgenomen in het abnormale schildklierweefsel. Er vindt een opeenstapeling plaats van een klein beetje radioactief materiaal in het zieke weefsel. De radioactieve straling vernietigt lokaal het abnormale schildklierweefsel, maar geeft geen beschadiging van het omringende weefsel.

VOORDELEN:

  • definitieve oplossing
  • op lange termijn goedkoper dan medicatie

NADELEN:

  • alleen in Gent beschikbaar
  • opname van minstens 1 week in de kliniek, gevolgd door quarantaine thuis (omwille van radio-activiteit)
  • minder geschikt bij nierfalen

Aangepaste voeding

Hill’s heeft een speciale voeding ontwikkeld die weinig jodium bevat: Hill’s Presciption Dieet y/d. In deze voeding zit precies genoeg jodium voor een normale schildklierfunctie, maar onvoldoende om overdreven productie van schildklierhormoon mogelijk te maken. Het is dan niet meer nodig medicatie te geven of een operatie uit te voeren. Deze optie is uitsluitend geschikt voor alleen levende binnenkatten. De kat mag immers écht helemaal niets anders eten. Zelfs wat kruimels oplikken kan de werking van het dieet teniet doen.

VOORDELEN

  • geen medicatie of operatie nodig
  • betaalbaar
  • mogelijk bij beginnend nierfalen

NADELEN:

  • enkel binnenhuiskatten die alleen leven
  • niet aangewezen bij ernstig nierfalen

Geplaatst op

Hypothyroidie

Hypothyroïdie bij de hond

Hypothyroïdie is een aandoening waarbij de schildklier te weinig hormonen produceert. Het is één van de meest voorkomende aandoeningen van het hormoonstelsel bij de hond en kan zich op verschillende manieren uiten.

Aangezien het voornamelijk voorkomt bij honden van middelbare leeftijd, worden de tekenen vaak aanzien als normale verouderingskwaaltjes.

Controleren op deze aandoening bij honden op leeftijd, is altijd nuttig omdat er een goede behandeling mogelijk is!

Tekenen van Hypothyroïdie

We zien problemen vooral bij honden van middelbare leeftijd (tussen de 3 en 9 jaar oud) en dan vooral bij de middelgrote tot grote rassen.

Sommige rassen zijn vaker aangetast dan andere; in de risicogroep bevinden zich:

  • Labrador
  • Golden Retriever
  • Rhodesian Ridgeback
  • Husky
  • Dobberman
  • Dalmatiër
  • Border Collie
  • Ierse Setter
  • Sheltie
  • Cocker Spaniel
  • Beagle
  • Teckel

De tekenen van een te traag werkende schildklier ontwikkelen zich geleidelijk aan en zijn dus vaak niet erg opvallend. Vaak lijkt het gewoon dat uw hond een dag je ouder wordt. Echter wanneer u alert bent op volgende symptomen kunnen we snel overgaan tot verder onderzoek en de ziekte tijdig diagnosticeren en behandelen

Vaak voorkomende tenen zijn:

  • Minder actief zijn
  • Huidproblemen: droge huid, kale plekken, uitdunnen van de vacht
  • Gewichtstoename zonder vraatzucht
  • Een trieste blik
  • Opzoeken van warme plaatsen

Wanneer langdurig niet behandeld, kunnen er ook zenuwproblemen optreden: wankele gang, scheve kopstand en zelfs verlamming.

Diagnose van Hypothyroïdie

Algemeen onderzoek

Tijdens een algemene controle letten we vooral op bovenstaande symptomen en op tekenen die kunnen wijzen op een andere aandoening.

Daarnaast zien we vaak een trage hartslag en vinden we geen andere oorzaak voor de huidproblemen.

Bloedonderzoek

We bepalen de hoeveelheid schildklierhormoon (T4) in het bloed van uw hond. Deze test kan in ons eigen labo gebeuren en geeft resultaat na 20 min.

Indien de hormonen te laat zijn, wordt het staal ook doorgestuurd naar een extern labo om het schildklierstimulerend hormoon (TSH) te bepalen: een te hoge waarde daarvan bevestigd de diagnose.

Behandeling van Hypothyroïdie

De behandeling van een te traag werkende schildklier bestaat uit het supplementeren van schildklierhormonen.

Bij voorkeur wordt ’s morgens én ’s avonds een tablet toegediend. Voor kleinere honden is er ook medicatie in siroopvorm beschikbaar.

Uiteraard dient de respons op de medicatie opgevolgd te worden. Dit doen we door een bloedname 6 weken na de start van de medicatie; indien de dosis aangepast moet worden, testen we 6 weken later opnieuw. Nadien is een intensieve controle niet meer nodig, het volstaat om 1 tot 2 keer per jaar de dosering te controleren.

Na het starten van een behandeling treedt zeer snel herstel op:

  • Activiteit: meestal binnen 2 weken verbetering
  • Huid: 1 – 4 maanden (haaruitval zal aanvankelijk toenemen)
  • Gewicht: Neemt geleidelijk af met 10% binnen 3 maanden
  • Herstel: meestal binnen 3 maanden

Geplaatst op

Jumbo

AUGUSTUS 2019

Jumbo,

een stinkende adem verholpen

Voor meer informatie over Tandproblemen bij de hond en kat, Klik hier

Jumbo is een 8 jaar oude Berner Sennen met een geweldig lief karakter. De laatste tijd was het knuffelmoment niet meer zo aangenaam door de slechte mondgeur van Jumbo.

Tijdens de jaarlijkse controle bij de vaccinatie, viel een erg vies gebit op bij Jumbo. De oorzaak van de halithosis (slechte mondgeur) was dan ook gevonden.

Er werd een afspraak gemaakt om de tanden te detartreren. Dit dient te gebeuren onder algemene verdoving zodat we snel en grondig te werk kunnen gaan. Na het verwijderen van alle tandsteen, worden de tanden gladgepolijst om nieuwe problemen zo lang mogelijk te voorkomen.

Jumbo heeft terug een frisse mond en hopelijk lukt het poetsen om deze te behouden!

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-accc1b18f8d8100afac0ab1ee4e3c346' }}

Tanden VOOR de detartratie 

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-40180390ae774aaa98830db4a1971ae8' }}

Tanden NA de detartratie

Geplaatst op

Fik

JULI 2019

Fik,

heeft een grassprietje in de neus

Fik is een vrolijke buitenkat die plots last had van hevige niesbuien. Hij had daar nog nooit eerder last van gehad. Enkele dagen eerder had hij wel gras gegeten en een paar keer gebraakt, maar verder voelde hij zich prima.

Op het algemeen onderzoek van Fik waren geen andere afwijkingen: zijn ogen zagen er perfect uit en zijn longen klonken prima. Hij liet wel niet goed in zijn keel kijken. Daarom werd besloten om onder sedatie te gaan kijken of we ergens iets afwijkend konden vinden. Na een grondige inspectie en overvloedig spoelen konden we een lange grasspriet verwijderen uit zijn linkerneusgat. Fik kreeg nog een ontstekingsremmer om de slijmvliezen te doen ontzwellen en herstelde verder prima. Oef, dat zal deugd gedaan hebben!

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-0ccbfda9ddc0c83ee090684e210c01e1' }}

Fikje

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-9202a821cc2ec73a7ffe9924c84b0174' }}

Grasspriet uit neusje van Fik

Geplaatst op

Astma

Astma bij de kat

Feliene astma of astma bij katten is één van de meest voorkomende ademhalingsaandoeningen bij de kat.

Het wordt veroorzaakt door een overgevoeligheidsreactie waardoor er in de luchtwegen (bronchi) een ontstekingsreactie ontstaat. Deze reactie zorgt voor zwelling en samentrekking van de luchtwegen waardoor een vernauwing ontstaat.

Hierdoor ontstaat een moeilijke ademhaling.

Oorzaken van astma

De exacte oorzaak van de overgevoeligheidsreactie die astma veroorzaakt is niet gekend.

Er wordt vermoed dat het inademen van stoffen zoals tabakrook, stoffige kattenbakvulling, dampen van bepaalde schoonmaakmiddelen, pollen

en grassen aan de basis zouden kunnen liggen.

Feliene asma kan ontstaan bij katten van alle leeftijden en alle rassen. 

Tekenen van astma

Astma kan een acuut of chronisch ziekteverloop kennen.

Een acute astma-aanval wordt gekenmerkt door een plotse bemoeilijkte ademhaling. De katten ademen vaak met hun bek open en pompen erg met zowel de borstkas als de buik in een poging om toch voldoende zuurstof binnen te krijgen. Dit resulteert in een snelle, moeilijke en soms piepende ademhaling. De ademhalingsklachten kunnen dermate ernstig worden dat ze levensbedreigend kunnen zijn.

Een chronisch ziekteverloop uit zich meestal in subtielere klachten. De ademhaling kan moeilijker en piepend zijn en vaak is er sprake van hoesten.

Diagnose van astma

De diagnose is niet altijd makkelijk te stellen.

Meestal zullen RX-foto’s van de borstkas genomen worden om een vermoeden van astma te bevestigen en andere oorzaken (zoals longwormen of bronchitis) uit te sluiten.

Op het bloedonderzoek kan in sommige gevallen een overgevoeligheidsreactie gezien worden.

Behandeling van astma

De behandeling van astma steunt op twee pijlers.

Als eerste moet de overgevoeligheidsreactie getemperd worden. Dit gebeurt meestal met behulp van cortisone. Sommige katjes zijn onder controle met cortisone alleen, maar vaak is dit onvoldoende.

In de ernstigere gevallen gebruiken we daarom als tweede geneesmiddel een zogenoemde “beta-2-agonist” (zoals salbutamol) .

Beide geneesmiddelen bestaan in de vorm van pillen of siroop, maar de beste optie in ernstige gevallen is toediening via inhalatie (via puffer). 

Geplaatst op

Java

JUNI 2019

Java,

in ademnood

Voor meer informatie over Astma bij de kat, Klik hier

Java werd bij ons in spoed binnengebracht met plotse ademnood. Java is twee jaar en kan buiten; er kon dus vanalles gebeurd zijn. Bij aankomst op de praktijk werd ze heel voorzichtig onderzocht. Teveel stress en manipulatie kunnen namelijk levensbedreigend zijn bij patiëntjes met ademnood. Er waren geen tekenen van hartproblemen, maar Java ademde erg moeilijk met open bek en klonk wat piepend. De RX-foto van de borstkas deed ons een acute astma-aanval vermoeden. Java werd in een zuurstofkooi gezet en kreeg cortisone toegediend om de overgevoeligheidsreactie tegen te gaan. Dit bleek echter niet voldoende te zijn: ze had een astma-puffer nodig om de ‘verkrampte’ luchtwegen opnieuw open te zetten. Nadat deze werd toegediend, voelde ze zich snel beter. Ze werd nog een nachtje ter observatie gehouden, maar kon de dag nadien gelukkig naar huis. De eigenaars doen hun uiterste best om twee keer per dag de astma-puff toe te dienen bij Java – geen gemakkelijke opgave! Wij wensen ze alvast het allerbeste toe!

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-d52e8eefa90c5fb059302a7db30f0c42' }}

Radiografie longen

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-5f46c947101029f8448ee330e5b7424c' }}

Java in ademnood