Geplaatst op

Diabetes bij de kat

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Diabetes of Suikerziekte bij de kat

Katten met suikerziekte (diabetes mellitus) drinken en plassen heel veel, en hebben continu honger. Ondanks de verhoogde eetlust vermageren deze katten.

Diabetes is goed te behandelen, maar een goed begrip van de aandoening is noodzakelijk om de juiste behandeling in te stellen en op te volgen.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-874b264f2e63ab9cf1893d1dac5e9bd5.jpg'}}

Wat is diabetes mellitus?

Diabetes mellitus, of suikerziekte, is een aandoening waarbij de alvleesklier onvoldoende insuline produceert (type 1 diabetes) of het lichaam niet meer reageert op insuline (type 2 diabetes).

Insuline zorgt ervoor dat suiker (glucose) vanuit het bloed kan opgenomen worden door de cellen in het lichaam om te gebruiken als energiebron. Bij een kat met diabetes blijft de glucose in de bloedbaan en krijgen de cellen geen energie. Als gevolg hiervan zal het lichaam spieren en vetweefsel afbreken als energiebron. Tegelijkertijd wordt de overtollige suiker via de urine uitgescheiden, wat resulteert in veel plassen en dus veel drinken.

Langdurige onbehandelde diabetes kan de organen ernstig beschadigen en uw kat heel ziek maken.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-bec7578d8f3e873d8cd3caf0dbd0238d.png'}}

Wat zijn de klachten bij Diabetes?

De ziekte tekenen die we zien bij diabetes zijn vrij typisch, hoewel ook andere aandoeningen dezelfde klachten kunnen geven:

  • Gewichtsverlies ondanks een goede eetlust
  • Veel drinken en veel plassen
  • Continu honger
  • Veel slapen, slecht verzorgde vacht
  • Soms braken, diarree, heel lusteloos zijn
  • Soms is de manier van lopen veranderd (plantigrade stand: de katten stappen op hun volledige voet in plaats van alleen op de teentjes)

Sommige katten lopen een groter risico op het ontwikkelen van diabetes:

  • Overgewicht of obesitas is met voorsprong de grootste risicofactor
  • Te weinig beweging vergroot ook het risico
  • Katten met acromegalie: dit is een tumor die groeihormoon produceert en die we bij 20% van de katten met suikerziekte als oorzaak kunnen aanduiden. Deze katten zijn moeilijk onder controle te brengen is met de normale behandeling
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-9607f3ab917c9b131f60382148568d35.jpg'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-ed2a4df415e3736023894876fbf40aca.jpg'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-af3b1c82c7c4b06672b048db01b42f27.jpg'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-bd73e440d87a62af0aca5a7bec5a378c.webp'}}

Hoe stellen we de diagnose van Diabetes

Bloed Onderzoek

Een bloedstaal wijst ons meestal al in de richting van suikerziekte. Immers de glucose in het bloed is zeer hoog bij deze katten.

Helaas stijgt de glucose ook bij katten onder stress, dus bevestiging is nodig met een urinestaal.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-5ac40432be8e5482c8692c3577fc8468'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-e9de9d6fc1daed82e879614d0fff8ab0.jpg'}}

Urine Onderzoek

In de urine controleren we eveneens de glucose, die ook hier duidelijk gestegen moet zijn.

Daarnaast controleren we op mogelijke complicaties, zoals een blaasontsteking of diabetes ketoacidose (een ernstige metabole verstoring die kan optreden bij onbehandelde diabetes).

De behandeling van Diabetes

Suikerziekte is goed behandelbaar, maar vraagt een zekere motivatie van kat én eigenaar. De behandeling bestaat uit voeding, medicatie en regelmatige controles. Voor de medicatie kan gekozen worden tussen insuline spuitjes of siroop.

Het doel van de behandeling is om de bloedsuikerwaardes te normaliseren zodat de kat zich beter gaat voelen, niet verder gewicht verliest en veel minder gaat drinken en plassen.

Aangepaste voeding

Er zijn speciale dieetvoeders voor diabetische katten. Deze voeding is arm aan koolhydraten en rijk aan vezels. Vezels stimuleren het afvallen en remmen de suikeropname vanuit de darm. Hierdoor zal de kat een stabielere suikergehalte krijgen.

In het beginstadium van diabetes willen we vooral voorkomen dat de kat verder gewicht verliest door de aandoening. Op de lange termijn is het belangrijk om te streven naar een gezond gewicht, omdat overgewicht vaak een belangrijke oorzaak van diabetes is. Wanneer de kat een gezond gewicht bereikt, kan dit in sommige gevallen leiden tot volledige genezing van de diabetes, waarbij de kat geen medicatie meer nodig heeft.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-8db454e8172f0c1eddb81a97b954ee28.png'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-e01e58a880a102dc3baf75f8935237e7.jpg'}}

Insuline injecties

Indien u kiest voor het toedienen van insuline injecties leren wij u aan hoe u deze moet toedienen aan uw kat. Bijna alle katten verdragen dit zeer goed, vooral in combinatie met een beetje (aangepast) natvoer

Voordelen:

  • Relatief goedkoop
  • Makkelijk toe te dienen: de naaldjes zijn zeer dun, waardoor de injecties meestal vaak goed te geven zijn     

Nadelen:

  • Strikte timing nodig: insuline dient strikt op het juiste uur gegeven te worden en dit twee keer per dag. Niet steeds makkelijk om in te passen in het dagelijks leven
  • Regelmatig bezoek aan dierenarts nodig: bij de opstart van de behandeling zijn meerdere controles nodig om de juiste dosis te bepalen
  • Agressieve katten: uitzonderlijk laat de kat het spuitje niet toe
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-6b2e69b7744e306316bc78e11f45a1b2.png'}}

Senvelgo Siroop

Senvelgo is een vloeistof die je via de mond van de kat kunt toedienen. De siroop is smakelijk en mag gemengd worden onder een beetje (aangepast) natvoer

Voordelen:

  • Makkelijk toe te dienen: lekkere siroop
  • Slechts één keer per dag toedienen, op een vast tijdstip
  • Minder dierenarts-controles op voorwaarde dat u zelf de urine regelmatig controleert
  • Het alternatief voor katten die geen spuitjes toelaten    

Nadelen:

  • Duurder dan de insuline spuitjes
  • Alleen geschikt voor katten zonder andere ziektes
  • Hoger risico op keto-acidose in vergelijking met insuline

Controles

Gedurende de behandeling zijn regelmatige controles van cruciaal belang om de bloedsuikerspiegels en klachten te monitoren en de juiste dosering van medicatie aan te houden. Dit helpt om complicaties te voorkomen en de behandeling effectief te houden.

Naast het controle van de glucose in het bloed, volgen we ook het lichaamsgewicht van zeer nabij op. Veranderingen in het gewicht kunnen immers wijzen op een bijkomende aandoening waardoor we de behandeling op maat moeten aanpassen.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-d3753717ad4b9d246909d79a396ffd0f'}}

OPGELET voor complicaties

Helaas zijn er complicaties mogelijk zowel met de behandeling als zonder. Het is dus nodig dat u hiervan op de hoogte bent!

Hypoglycemie

Bij hypoglycemie of “een hypo” heeft de kat te weinig suiker in het bloed. Uw kat is plots heel loom en slaperig. Ze voelt zich zwak en heeft moeite met staan. Vaak heeft ze ook veel honger. In sommige gevallen kunnen er zelfs epileptische aanvallen optreden. Als u dit merkt, geef dan suikerrijke voeding (bijvoorbeeld honing). Neem zo snel mogelijk contact met ons op voor verdere begeleiding.

Diabetes ketoacidose

Diabetes ketoacidose komt meestal voor bij katten die lang onbehandeld zijn voor diabetes. Het is een ernstige aandoening waarbij de kat zich zeer slecht voelt, extreem lusteloos is en vaak niet wil eten of drinken. Daarnaast kan ze braken of diarree hebben. Dit is een spoedgeval, dus neem onmiddellijk contact met ons op!

Uw kat heeft zo snel mogelijk intensieve behandeling nodig.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-838e36b93bdfc1377fc43b601202b6c0.png'}}

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

Hypertensie bij de kat

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Hypertensie bij de kat

Hypertensie of een te hoge bloeddruk is een aandoening die vooral bij oudere katten regelmatig voorkomt.

Het is een stille moordenaar.

In een vroeg stadium merkt u vaak niets aan uw kat, maar op lange termijn kan hypertensie leiden tot ernstige orgaanschade of plotse sterfte.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-a042093e0001569f6eef7e11e0cac03f.webp'}}

Oorzaken van hypertensie

Hypertensie bij katten is meestal het gevolg van een andere onderliggende ziekte.

De meest voorkomende oorzaken zijn:

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-cb86e366cd664501738087d47ec8e8f3.webp'}}

Chronische nierziekte

Vaak voorkomende aandoening bij oudere katten waarbij de nieren niet goed meer functioneren.

Hyperthyroïdie

Een aandoening die regelmatig voorkomt bij oudere katten waarbij de schildklier te veel hormonen produceert.

Hyperaldosteronisme

Een aandoening die de hormoon- en elektrolytenbalans verstoort.

Hartziekte

Bepaalde hartproblemen, zoals HCM, kunnen bijdragen aan een te hoge bloeddruk.

Primair

Soms is er geen onderliggende oorzaak te vinden.

Gevolgen van hypertensie

Blindheid

Een te hoge bloeddruk kan de bloedvaten in het oog beschadigen wat leidt tot schade van het netvlies en blindheid of tot bloedingen in het oog.

Nierfalen

Chronische nierziekte veroorzaakt vaak een te hoge bloeddruk, maar omgekeerd zorgt hypertensie voor verdere en snellere beschadiging van de nieren.

Hartfalen

De verhoogde bloeddruk kan de hartfunctie aantasten, wat resulteert in hartfalen of plotse sterfte.

Hersenbloeding

Bloedvaten in de hersenen worden beschadigd en dat kan leiden tot bloedingen. Dit kan neurologische klachten veroorzaken zoals verlamming, toevallen en andere cognitieve stoornissen.

In een vroeg stadium veroorzaakt hypertensie geen klachten, wat het moeilijk maakt om de aandoening tijdig te herkennen. Wanneer de bloeddruk echter langdurig te hoog is, kan dit ernstige schade aan organen veroorzaken.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-b2697a304b3484837183617b054b1386.jpg'}}

Diagnose

De bloeddruk bij een kat wordt gemeten door middel van een toestel waarbij een cuff rond de poot of de staart wordt geplaatst. Dit is vergelijkbaar met een bloeddrukmeting bij mensen. Hypertensie veroorzaakt in een vroeg stadium geen merkbare klachten, waardoor de enige manier om de aandoening tijdig te diagnosticeren het regelmatig meten van de bloeddruk is.

Omdat hypertensie meestal het gevolg is van een onderliggende aandoening, kunnen aanvullende testen zoals een bloedonderzoek of een echocardiografie (hartfilmpje) aangeraden zijn.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-a042093e0001569f6eef7e11e0cac03f.webp'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-9b1ab2bc340a7b14dd0838aa0fc88e28.png'}}

Behandeling

Een verhoogde bloeddruk is goed behandelbaar met medicatie. Daarnaast is het van cruciaal belang om ook de onderliggende oorzaak aan te pakken. Wanneer de bloeddruk genormaliseerd kan worden, kan verdere orgaanschade voorkomen worden.

Regelmatige controles zijn nodig om de bloeddruk te monitoren en ervoor te zorgen dat de behandeling effectief blijft.

Prognose

Met de juiste medicatie is hypertensie goed onder controle te houden en kunnen de katten een normaal leven leiden. De prognose hangt echter sterk af van de al aanwezige orgaanschade en de onderliggende aandoening.

In veel gevallen wordt de diagnose pas gesteld wanneer er al gevolgen zoals blindheid of een hersenbloeding zijn opgetreden. Daarom wordt bij senior katten een preventieve bloeddrukmeting aangeraden om hypertensie vroegtijdig te kunnen opsporen en een behandeling te kunnen instellen vooraleer er schade kan optreden.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-ce76bc0f579fa147ce565ad58b37bdee.jpg'}}

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

Tandresorptie bij de kat

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Tandresorptie of FORL

bij de kat

FORL ofFeliene Odontoclastische Resorptieve Lesies” is een veel voorkomende tandaandoening bij katten.

Hierbij ontstaan er gaatjes in de tanden, zowel ter hoogte van de tandkroon als ter hoogte van de tandwortel. De aandoening veroorzaakt veel pijn en ongemak voor de kat.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-6fa453bc291878747d2fb354b60fcb8c.jpg'}}

Wat is Tandresorptie of FORL

FORL is een proces van glazuurbeschadiging dat leidt tot gaatjes (caviteit) in de tand zonder dat er sprake is van uitgebreid tandbederf. Het gaat hier dus niet om caries zoals we dat bij de mens kennen.

Het is een progressieve aandoening, wat wil zeggen dat er na verloop van tijd steeds meer tanden en kiezen aangetast zullen worden.

In eerste instantie ontstaat er gingivitis ter hoogte van het letsel (nr 1 op de tekening) De resorptieve letsels kunnen doordringen tot de tandzenuw (nr 2) en zelfs fracturen van de wortel veroorzaken (nr 3)

Onnodig te zeggen dat dit een zeer pijnlijke aandoening is voor de kat.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-51e6f889773930f20cad63e1fcbc3ed1.png'}}

Tekenen van tandresorptie

De tekenen die een kat vertoont bij deze aandoeningen zijn vooral ten gevolge van pijn in de mond:

  • overmatig speekselen
  • eten uit de mond laten vallen
  • klauwen naar de mond
  • eten met de kop schuin
  • humeurig zijn
  • vieze mondgeur

Katten stoppen zelden compleet met eten omwille van tandpijn. Het feit dat uw kat nog harde brokjes kan eten, wil dus niet zeggen dat de tandjes in orde zijn.

Hoe stellen we de diagnose?

Bij een vermoeden van FORL omwille van uitgebreide gingivitis of woekering van het tandvlees (zoals op onderstaande foto), maken we een afspraak om een professionele tandreiniging onder volledige verdoving uit te voeren.

Tijdens deze behandeling wordt alle tandplak verwijderd en kunnen we alle tanden in detail onderzoeken. Vaak is het pas op dit moment dat we een idee krijgen van de volledige omvang van de letsels.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-64fdfcf5c78a662674069ecdc850134d.jpg'}}

Daarnaast maken we dentale radiografieën om de letsels onder de tandvleesrand in beeld te kunnen brengen.

Op onderstaande RX is duidelijk te zien dat de achterste wortel van de laatste kies quasi helemaal geresorbeerd is. Het puntje van de wortel is afgebroken en zit nog in de tandkas. De eerste kies is ook aangetast door tandresorptie, vooral zichtbaar tussen de twee tandwortels.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-20a2eeb9c0b639494e2e336a9a4eb67e.png'}}

De enige manier om deze katten pijnvrij te maken is het verwijderen van alle aangetaste tanden op een chirurgische manier.

Hiervoor wordt het tandvlees losgemaakt en de tanden worden opgedeeld in verschillende fragmenten zodat de wortels één per één verwijderd kunnen worden met zo min mogelijk schade aan het kaakbot. Nadien wordt het tandvlees mooi gesloten over de lege tandkassen.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-4dbbb3d36c808d2426c16189d78bfa7f.jpg'}}

Het verhaal van Berlioz

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

Voeding voor konijntjes

Voeding van het konijn

Konijnen en wortels: ze zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar! Het dieet van een konijn is echter helemaal niet zo eenvoudig. Het is bovendien van cruciaal belang voor hun algemene gezondheid. De tips & tricks voor een optimaal gezond dieet vind je hieronder!

Met stip op nummer één: hooi!?

Hooi zou ongeveer 75% van het dieet van je konijn moeten uitmaken. Dat komt omdat hooi vele gezondheidsvoordelen heeft:

  • het is rijk aan vitaminen, mineralen en eiwitten
  • het onderhoudt de darmflora
  • de vezels zorgen voor een goede darmbeweging
  • het slijt de tanden goed af: kiezen groeien tot wel 3 mm per week!
  • het werkt tegen verveling: kauwen op hooi = niet kauwen op je zetels
  • het geeft konijnen een verzadigd gevoel

Hoe zorg je ervoor dat je konijntjes voldoende hooi eten?

Er wordt best dagelijks een verse portie hooi aangeboden. Vaak horen we dat er wel voldoende hooi wordt gegeven, maar dat de konijnen er niet van willen eten. Het kan dan soms helpen om verschillende soorten te proberen (kruidenhooi, timothy-hooi) of wat verse kruiden door het hooi te mengen. Eet je konijn geen hooi omdat hij alleen droge korrels wil? Dan is het belangrijk om de korrels slechts gedurende enkele uren in het hok te laten staan of soms zelfs de korrels volledig uit het dieet te schrappen, zodat het konijntje toch aan het hooi gaat knabbelen.

Voer tenslotte liever géén stro. Het heeft reeds heel wat voedingsstoffen verloren. Het is niet slecht voor het konijn en kan bijvoorbeeld zeker gebruikt worden als ondergrond, maar als voedingsstof kunnen er op lange termijn tekorten ontstaan.

Op de tweede plaats komen dan verse groenten

Groenvoer heeft ongeveer dezelfde effecten als hooi op het spijsverteringsstelsel van het konijn. Daarnaast bevatten ze ook nog heel wat andere vitaminen en mineralen en – héél belangrijk – voorzien ze het konijn van voldoende water. Ondanks het feit dat er een waterreservoir in het hok staat, drinken konijnen vaak onvoldoende. Dit wordt dan gecompenseerd door het vocht in het groenvoer.

Op de leeftijd van 1 à 2 maanden schakelen babykonijntjes stilaan over van melk naar hooi en pellets. Vanaf een leeftijd van 3 maand, mag groenvoer stilaan geïntroduceerd worden.

Omdat er soms maagdarmproblemen kunnen ontstaan, is het belangrijk één soort per keer en maximum een eetlepel per keer te testen. Op die manier kan je problemen voorkomen en leer je welke groenten jouw konijn niet goed verdraagt.

Een volwassen konijn krijgt dagelijks ongeveer 100 gram (of één kopje) groenvoer per kg lichaamsgewicht. Varieer ook voldoende: ideaal worden er 2-3 verschillende soorten per dag gegeven. Hoe donkerder de groente, des te meer voedingswaarde erin zit.

Belangrijk is wel dat alle groenten steeds rauw gevoederd worden en dus nog voldoende voedingsstoffen en vezels bevatten.

In de tabel hiernaast vind je soorten die je zonder twijfel aan je konijn mag geven. Deze lijst is uiteraard niet volledig, maar geeft je wel al een veilige start!

Wat dan met commercieel konijnenvoer (pellets of muesli)?

Commercieel konijnenvoer of droge pellets zijn eigenlijk overbodig voor onze gezelschapskonijnen. Ze werden ontwikkeld voor de industriële konijnenhouderij en bevatten veel energie om een snelle groei in de hand te werken.

De pellets worden vaak heel graag gegeten, maar kunnen op lange termijn en zonder begeleidend evenwichtig dieet klachten veroorzaken van overgewicht, diarree, onvoldoende slijtage van de tanden, verveling en urinewegproblemen. Je hoeft ze niet te schrappen uit het dieet, maar voeder deze korrels dus steeds met mate (één soeplepel per konijn per dag).

Zorg er ook voor dat de pellets er allemaal hetzelfde uitzien. De muesli-types werken selectief eten in de hand en verstoren het evenwicht in het dieet nog meer!

In onze praktijk bieden we de Fibafirst knaagstokjes aan. Deze uniforme stokjes hebben een heel hoog vezelgehalte en zijn supergoed voor de tanden en de darmen. De stokjes zijn erg gemakkelijk in gebruik en worden ook erg lekker gevonden. Een ideaal alternatief voor de klassieke konijnenkorrels, dus!

Ten slotte: snoepjes!

Tot slot zijn er nog een heleboel extra’s die als snoepjes en beloning kunnen dienen.

Hieronder vallen de commerciële snoepjes en fruit. Deze bevatten veel suiker en worden dus best erg beperkt gegeven. Hou ze als beloning om ervoor te zorgen dat het groenvoer en het hooi de prioriteit behoudt!

De algemene regel is hier enkele “dobbelsteentjes” per dag.

Copyright: Dierenartsenpraktijk AVALON BVBA – BTW: BE0823.538.413

Liersesteenweg 146, 2220 Heist-op-den-Berg – Tel. (015) 25 39 89

Geplaatst op

HCM

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Hypertrofische CardioMyopathie (HCM)

bij de kat

HCM is veruit de meest voorkomende hartspieraandoening bij katten, ongeveer 10% van de totale kattenpopulatie wordt vroeg of laat getroffen.

Meestal zien we HCM bij katten van middelbare en hogere leeftijd, maar helaas komt het ook voor bij jongere dieren. Het komt vaker voor bij raskatten, maar even goed bij gewone huiskatten.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-961ca383eccda33b366f8f12be53461b'}}

Wat is HCM (Hypertrofische CardioMyopathie)?

HCM of hypertrofische cardiomyopathie is veruit de meest voorkomende aandoening van de hartspier bij katten, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dikker en dikker wordt.

Door de verdikte hartspier kan het hart minder bloed bevatten en gaat de pompfunctie systematisch achteruit. Vaak resulteert dit in hartfalen.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-b035e47898d2e12dd4552dcc65d3829d'}}

Oorzaken van HCM

Primaire HCM

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij raskatten (Britse Kortharen, Ragdoll, Maine Coon, Pers,…) en er zijn al enkele genmutaties bekend die tot de ontwikkeling van HCM leiden, waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. Dit noemt men ook wel primaire HCM.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-c5c876a31be2ce75457d2ba76cfc9f10'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-acdffca2b70636d1a943ccf9d797dac0'}}

Secundaire HCM

Het is steeds belangrijk om onderliggende oorzaken uit te sluiten, vooraleer te besluiten tot de erfelijke vorm van HCM.

Een overactieve schildklier (hyperthyroïdie) en een hoge bloeddruk (hypertensie) kunnen leiden tot secundaire HCM. Er dient een bloedname en een bloeddrukmeting uitgevoerd te worden. Indien er sprake zou zijn van hypertensie en/of hyperthyroïdie, starten we hiervoor een behandeling op en kan de hartspier zich opnieuw verbeteren. 

Myocarditis

Als laatste kan ook een hartspierontsteking (myocarditis) een sterke verdikking van de hartspier geven. Meestal gaat dit gepaard met koorts, algemene ziektesymptomen en een luid bijgeruis op het hart dat nooit eerder opgemerkt werd. Het onderscheid met een primaire HCM is niet altijd makkelijk te maken. Een bloedonderzoek kan een aanwijzing geven in de juiste richting, maar het antwoord ligt hier meestal in de opvolging: een hartspierontsteking kan zich herstellen, primaire HCM niet.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-d3753717ad4b9d246909d79a396ffd0f'}}

Tekenen van HCM

Sommige katten met HCM hebben helemaal geen symptomen. Op het lichamelijk onderzoek wordt soms een bijgeruis of een hartritmestoornis opgemerkt, maar dat is zeker niet altijd het geval. 

De meest opvallende symptomen zijn ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de kat soms met open bek ademt, “hijgt zoals een hond” of een pompende buikademhaling heeft. In tegenstelling tot de mens en de hond, zal een kat met hartfalen niet hoesten.

Inspanningsintolerantie komt eveneens vaak voor, maar is voor katteneigenaars vaak moeilijk te herkennen. Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De kat heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn. Vaak schuilt het herkennen van inspanningsintolerantie in kleine dingen zoals niet meer willen spelen, vaker gaan liggen of minder op hoogtes springen. 

Katten met HCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de kat zich bijna meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Bij katten met een vergevorderd (al dan niet vastgesteld) hartprobleem, kan een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van bloedklonters voorkomen. Wanneer zo’n bloedklonter het hart verlaat, komt die typisch vast te zitten ter hoogte van de achterpoten met plotse, pijnlijke verlamming van de achterpoten tot gevolg. De prognose hiervan is erg slecht. Op de korte termijn overlijden de katten vaak aan de gevolgen van het vrijkomen van de opgestapelde gifstoffen wanneer de klonter zich oplost. Indien de kat de intensieve behandeling toch zou overleven, zien we op vaak herval binnen de 6-12 maanden.

Diagnose van HCM

Echocardiografie

Met echocardiografie wordt de dikte van de hartspier gemeten en vergeleken met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de kat. Bij katten met HCM is de hartspier verdikt. Er kan op basis van de echo alleen echter niet gezegd worden of de aandoening primair of secundair is. Hiervoor is verdere opwerking nodig.

Radiografie

Wanneer we vermoeden dat er zich vocht heeft opgestapeld rond de longen, nemen we een radiografie van de borstholte om de hoeveelheid vocht in te schatten.

Behandeling van HCM

Vochtafdrijvers

Indien de kat in hartfalen is, betekent dat dat ze vocht opstapelt in of rond de longen (of in zeldzame gevallen in haar buik). Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen – vrij in de borstkas dus – best aangeprikt en verwijderd om het katje snel comfort te bieden.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-1c25c662f4ad4a64b518f42488b8b67c'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-cc45154a7a132ca7c6d01e4f8ddb154e'}}

Bloedverdunners

Wanneer we op de echocardiografie zien dat de hartboezems (atria) toegenomen zijn in grootte, starten we preventief bloedverdunners op. De vergrote boezems verhogen immers de kans tot klontervorming aangezien het bloed daar niet weg kan en stil komt te staan. 

Anti-aritmica

Katten met een hartritmestoornis worden op anti-aritmica gezet (vaak beta-blokkers) om de ritmestoornis zo goed mogelijk onder controle te krijgen.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-049c808c6852e983b778f14dd9a49cf3'}}

Opvolging en prognose van HCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt. De opvolging van een katje met HCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert. 

Naast regelmatige controles in de praktijk, bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden.

Prognose

HCM is ongeneeslijk. Het is de bedoeling van de medicatie om de kat een zo lang en comfortabel mogelijk leven te bieden. Eens er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – één jaar.

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

DCM

Dilatorische cardiomyopathie (DCM)

bij de hond

Dilatorische cardiomyopatie is een hartspieraandoening waarvan we de meeste gevallen zien bij reuzenrassen.

De ziekte kan zich al op vrij jonge leeftijd ontwikkelen,

namelijk vanaf 4 jaar.

Wat is DCM (Dilatorische CardioMyopathie)

DCM of dilatorische cardiomyopathie is een vaak voorkomende aandoening van de hartspier bij grote honden, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dunner en dunner wordt.

Door dit spierverlies gaat de pompfunctie van het hart systematisch achteruit en krijgt het hart het bloed niet goed rondgepompt.

Hierdoor gaan de kamers van het hart vergroten treden zuurstoftekort, hartfalen en/of hartritmestoornissen op.  

Oorzaken van DCM

Genetische of aangeboren factoren

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij bepaalde rassen (Dobermann, Deense Dog, Newfoundlander, Ierse Wolfshond, …) waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. 

Voeding

Het is ook al bewezen dat bepaalde voedseltekorten of specifieke diëten tot DCM kunnen leiden. Hierbij zijn vooral tekorten van taurine en carnitine van belang, maar ook lam&rijst- of granenvrije diëten zijn beschreven.

Boxers en Cocker Spaniels blijken vooral gevoelig te zijn aan voedselgerelateerde DCM.

Andere aandoeningen

Ook hartritmestoornissen kunnen DCM veroorzaken: bij honden die constant een supersnelle hartslag hebben (tachycardie), kan de hartspier dermate vermoeid geraken, dat er een gelijkaardig beeld kan ontstaan.

Als laatste, maar minder vaak voorkomende onderliggende oorzaak, kan een slecht werkende schildklier worden vermeld (hypothyroïdie). 

Tekenen van DCM

Op het lichamelijk onderzoek horen we soms een bijgeruis of een hartritmestoornis, maar dat is zeker niet altijd het geval. Soms is een minder sterk geslagen pols voelbaar.

Eén van de meest typische symptomen is inspanningsintolerantie. Kan je hond minder goed mee op wandeling, wil hij niet meer spelen of gaat hij vaker liggen? Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De hond heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn.

Wanneer de ziekte verder vordert, ontwikkelen zich ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de buikspieren worden aangesproken om de ademhaling te verbeteren en een hele diepe en drukkende ademhaling ontstaat.

Honden met DCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de hond zich meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Diagnose van DCM

Echocardiografie

Met echocardiografie meten we de dikte van de hartspier en de pompfunctie van het hart en vergelijken deze met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de hond.

Bij DCM is de hartspier dunner en het hart groter.

Bloed Onderzoek

Op zoek naar een onderliggende oorzaak voor DCM, voeren we een bloedonderzoek uit. We gaan zo op zoek naar voedseltekorten of schildklierproblemen.

ECG

Bij vermoeden van ernstige hartritmestoornissen, kan een ElectroCardioGram uitgevoerd worden om de ernst in te schatten en de behandeling aan te passen.

Behandeling van DCM

Verbeteren van de pompfunctie

In eerste instantie starten we medicatie op om de pompfunctie van het hart te verbeteren. Zelfs als er geen symptomen werden opgemerkt, kunnen we al beginnen met medicatie.

Studies hebben aangetoond dat wanneer we op het juiste moment starten, het ontstaan van de problemen tot 9 maanden kan worden uitgesteld. Dit wil zeggen dat jaarlijkse screening van risicorassen vanaf een leeftijd van 3-4 jaar dus zeker loont!

Ritmestoornissen behandelen

Honden met DCM lopen risico om plots te overlijden. Dit zijn meestal de honden waarbij naast problemen met de pompfunctie van het hart, ook ernstige hartritmestoornissen optreden. Afhankelijk van de soort ritmestoornis, worden verschillende anti-aritmica ingezet om het risico op flauwvallen (tgv milde ritmestoornissen) en plots overlijden (tgv ernstige ritmestoornissen) zoveel mogelijk te beperken.

Vochtafdrijvers

Daarnaast kan de hond hartfalen ontwikkelen. Dit betekent dat er vocht opstapelt in of rond de longen en/of in de buik, met ademhalingsklachten, vermindering van comfort en vermageren tot gevolg. Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen of vrij in de buik zit best aangeprikt en verwijderd om opnieuw een betere levenskwaliteit te bieden.

Opvolging en prognose van DCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt.

Ook hier zijn dus regelmatige controles van belang, maar er bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden. Er bestaat ook een app (HartMonitor Hond) die het tellen en het bijhouden van de ademhalingsfrequentie gemakkelijker maakt.

Prognose

De opvolging van een hond met DCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert.

DCM ten gevolge van voedseltekorten of hartritmestoornissen kan omkeerbaar zijn indien de onderliggende aandoening succesvol kan worden behandeld. DCM waar geen onderliggende oorzaak bij kan worden aangeduid, is ongeneeslijk.

Eens de diagnose gesteld wordt en er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – 3 tot 6 maanden.

Geplaatst op

Mitralisklep

Lekkende hartklep (MVD)

bij de hond

Mitralisklependocardiose of lekkende hartklep

komt vooral voor bij honden van kleine rassen

op middelbare tot oude leeftijd.

Gemiddeld 15% van de kleine honden op leeftijd worden getroffen door deze aandoening.

We zien het iets vaker bij mannetjes dan bij vrouwtjes.

Wat is MVD (Mitral Valve Disease)?

MVD of “mitral valve disease” is de meest voorkomende hartaandoening bij de hond. MVD tast de hartklep tussen de linkerboezem (atrium) en de linkerkamer (ventrikel) aan. Deze klep zorgt ervoor dat er een perfecte afsluiting van de verschillende kamers van het hart gegarandeerd wordt. Daardoor volgt het bloed steeds de juiste richting en wordt het integraal naar de hoofdslagader gebracht om het hele lichaam van zuurstofrijk bloed te voorzien.

Bij mitralisklependocardiose gaat de normaal flinterdunne klep verdikken en knobbelig worden. Hierdoor kan de afsluiting niet meer gegarandeerd worden. Een deel van het bloed gaat daarbij doorheen de klep terug naar de linkerboezem – in de verkeerde richting (lekkage).

Oorzaak van MVD

Mitralisklependocardiose kan omschreven worden als slijtage van de hartklep. Het is een verouderingsproces waarbij het bindweefsel geleidelijk aan knobbelig en minder elastisch wordt, met uiteindelijk functieverlies tot gevolg. 

Dit kan bij alle rassen voorkomen, maar wordt veruit het vaakst gezien bij de Cavalier King Charles Spaniel (tot 40%). Er is bij dit ras dus wel degelijk een genetische aanleg aanwezig die leidt tot een versnelde veroudering van de hartklep. Daarom wordt aangeraden fokteven preventief te testen om zo weinig mogelijke erfelijke belasting mee te geven aan de nakomelingen.

Andere vaak getroffen rassen zijn de Teckel en de Cocker Spaniel. 

Tekenen van MVD

Eén van de meest typische symptomen is inspanningsintolerantie. Doordat een significant deel van de bloedstroom terug naar de linkerboezem stroomt in plaats van naar de hoofdslagader, krijgt het lichaam minder zuurstofrijk bloed. De hond heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn.

Wanneer de ziekte verder vordert, ontwikkelen zich ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de buikspieren worden aangesproken om de ademhaling te verbeteren en een hele diepe en drukkende ademhaling ontstaat.

Bij honden met MVD wordt regelmatig hoesten opgemerkt. Een luide, droge hoest kan veroorzaakt worden door het vergroten van de linkerboezem door de terugstroom van het bloed door de defecte klep. Deze vergroting van het hart kan duwen op de hoofdbronchen binnen de longen, waardoor een soort van prikkelhoest ontstaat. Een voorzichtige, vochtige hoest waarbij soms zelfs slijm of water wordt opgehoest, kan worden gezien wanneer er zich veel vocht op de longen ophoopt.

Honden met MVD kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of excitatie. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de hond zich bijna meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Diagnose van MVD

Algemeen Onderzoek

Op algemeen lichamelijk onderzoek is steeds een bijgeruis te horen.

Dit ruisje wordt veroorzaakt door een bloedstroom in de verkeerde richting en wordt luider naarmate de lekkage groter en ernstiger wordt. Het bijgeruis krijgt een score van 1 tot 6 zodat er bij controles kan worden vergeleken. Een hartruis met een score van 1 of 2 zal zelden tot problemen leiden, bij hogere scores of snelle progressie wordt extra onderzoek geadviseerd.

EchoCardioGrafie

Bij een echocardiografie wordt de hartklep in beeld gebracht om de verdikking en vervorming vast te stellen. Daarnaast wordt ook de bloedstroom tussen de linkerboezem en de linkerkamer in beeld gebracht. Hierbij wordt de grootte en de ernst van de lekkage duidelijk.

Radiografie

In sommige gevallen kan er gekozen worden om een radiografie van de borstkas te nemen. Hierbij kan een waarschijnlijkheidsdiagnose van MVD worden gesteld op basis van de grootte van het hart.

Voor het vaststellen van hartfalen of het opwerken van een hoest, heeft radiografie de voorkeur boven echocardiografie, omdat ook de longen in beeld gebracht worden. In sommige gevallen zijn Radiografie en echografie beide nodig.

Behandeling van MVD

De perfecte oplossing zou het vervangen van de hartkleppen zijn, maar daar hangt een serieus prijskaartje aan vast. De resultaten zijn veelbelovend, maar vooralsnog is dit niet mogelijk in België.

Bij een medicamenteuze behandeling van hartfalen, is het doel uw hond een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Gezien de ziekte niet te genezen is, is medicatie voor de rest van zijn dagen nodig. Meestal werken we met een combinatie van medicijnen op maat van ùw hond en wordt deze bijgestuurd wanneer nodig (zie opvolging).

Verbeteren van de pompfunctie

Het opstellen van de behandeling wordt ideaal afgestemd op basis van de echocardiobeelden.

Indien de hond nog geen klachten heeft, maar we wél al een vergroting van de linkerboezem zien, wordt medicatie opgestart om de pompfunctie van het hart te verbeteren.

Studies hebben aangetoond dat wanneer dit op de juiste moment wordt opgestart, het ontstaan van de symptomen tot 18 maanden kan worden uitgesteld. De moeite dus om regelmatig een echocardio te laten uitvoeren bij honden met duidelijk bijgeruis, maar zonder klachten!

Vochtafdrijvers

Wanneer er effectief sprake is van hartfalen en dus vochtopstapeling in de longen, worden vochtafdrijvers een belangrijk onderdeel van de behandeling.

Hierdoor kan uw hond wel meer gaan drinken en meer gaan plassen. Ook de nieren worden wat onder druk gezet, waardoor regelmatige controles van de nierwaarden en de elektrolieten (zouten) in het bloed aan de orde zijn.

Hoestremmers

De behandeling van een hoestje is vaak een uitdaging, gezien er verschillende mogelijke oorzaken van die hoest zijn.

Bij de droge hoest – en in de afwezigheid van vocht op de longen – kunnen hoestremmers en bronchodilatoren ingezet worden om de druk op de hoofdbronchen te doen afnemen. Dit is niet altijd efficiënt, soms valt deze hoest niet te verhelpen.

Bij de vochtige hoest dienen vochtafdrijvers opgestart te worden of moet de dosis worden aangepast. 

Opvolging en prognose van MVD

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt.

Ook hier zijn dus regelmatige controles van belang, maar er bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden. Er bestaat ook een app (HartMonitor Hond) die het tellen en het bijhouden van de ademhalingsfrequentie gemakkelijker maakt.

Prognose

Sommige honden zullen nooit last krijgen van de misvormde hartklep, bij anderen kan het snel achteruit gaan. Dit wijst nog eens op het belang van regelmatige controle: alleen al door te luisteren naar het hart, kunnen we een ruwe inschatting maken over de progressie en de noden van uw hond op dat moment (verder onderzoek, medicatie, …).

Eens er symptomen van hartfalen worden vastgesteld (vocht op de longen), bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – één jaar.

Geplaatst op

Hyperthyroidie

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Hyperthyroïdie bij de kat

Hyperthyroïdie is een aandoening waarbij de schildklier teveel hormonen produceert. Het is dé meest voorkomende ziekte van het hormoonstelsel van de kat.

Schildklierhormonen regelen de snelheid van de stofwisseling van het lichaam. Bij een te hoge productie van schildklierhormonen gaat de interne motor in “overdrive”.

Wanneer geen behandeling wordt ingesteld, is deze ziekte potentieel dodelijk. Gelukkig zijn er verschillende succesvolle behandelingen mogelijk.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-e2f38bfe71fd4ba701b1b68e3ac7c6b2'}}

Tekenen van hyperthyroïdie

In 98% van de gevallen wordt hyperthyroïdie veroorzaakt door een goedaardige zwelling van de schildklieren met overproductie van hormonen tot gevolg. Slecht 2% van de katten met hyperthyroïdie hebben een kwaadaardige tumor in de schildklier, wat succesvolle behandeling haast onmogelijk maakt.

De ziekte komt haast uitsluitend bij katten op leeftijd voor, gemiddeld ouder dan 8 jaar.

Vaak voorkomende symptomen zijn:

  • Vermageren, ondanks verhoogde eetlust
  • Veranderingen in het gedrag: rusteloos, snel geïrriteerd, veel miauwen
  • Braken en diarree
  • Veel drinken en veel plassen
  • Slecht verzorgde vacht
  • Opzoeken van koele plekken
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-e5f407606810649325d48a3b77d1f2c0'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-2b4106767daa357db1949eeaf81c6785'}}

Mogelijke complicaties

  • Hartfalen: het hart wordt door de verhoogde hoeveelheid schildklierhormonen gestimuleerd om sneller en krachtiger te kloppen. Dit kan leiden tot uitputting en oprekking van de hartspier
  • Hoge bloeddruk: dit kan op zijn beurt leiden tot beschadiging van organen zoals de ogen, de nieren, het hart en de hersenen.
  • Nierfalen: katten met overactieve schildklier hebben vaak een verminderde nierfunctie zonder dat we dit kunnen aantonen in het bloed. Controle van de nierwaarden na opstart van een behandeling is dan ook zeer belangrijk om dit “verdoken” nierfalen op te sporen.

Diagnose van hyperthyroïdie

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-e47981f7f9f062f1295dc584494872a8'}}

Algemeen onderzoek

Een algemeen onderzoek levert vaak al een aantal verdachte signalen op, zoals versnelde hartslag, slechte vacht en soms is een vergrootte schildklier voelbaar in de hals

Bloedonderzoek

Hierbij bepalen we de hoeveelheid schildklierhormonen in het bloed. Deze test kan direct in onze praktijk uitgevoerd worden waarbij we na een halfuurtje de resultaten hebben. We kijken ook na of er geen andere aandoeningen zijn om rekening mee te houden in de keuze van de behandeling.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-5ac40432be8e5482c8692c3577fc8468'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-5cd48d36e4252a93c4151dbe4884f20f'}}

Scintigrafie

Dit is een scan waarbij de schildklieren zichtbaar worden gemaakt na injectie met een kleine hoeveelheid radioactief technetium. Dit wordt aangeraden wanneer chirurgisch ingegrepen wordt.

Behandeling van hyperthyroïdie

Er zijn 4 manieren om hyperthyroïdie bij de kat te behandelen. De leeftijd van de kat, de ernst van de vergroting en de mate van complicaties zijn aspecten die de beste manier van behandelen bepalen. Elke methode heeft voordelen en nadelen.

Medicatie

Voor deze behandeling is er maar één medicijn in Europa geregistreerd: thiamazole. Het medicijn vermindert de productie en afgifte van hormonen door de schildklier.

Toediening kan gebeuren in de vorm van een tablet of siroop, en moet twee maal per dag gebeuren. Na 3-4 weken wordt een bloedonderzoek uitgevoerd om te kijken of de dosis volstaat om de schildklier voldoende te onderdrukken. Indien de dosis op punt staat is een controle 1 tot 2 maal per jaar voldoende.

VOORDELEN:

  • relatief goedkoop
  • bij eigen dierenarts mogelijk
  • mogelijk bij nierfalen

NADELEN:

  • levenslang medicatie toedienen
  • soms bijwerkingen, vooral jeuk (verdwijnen bij stoppen met medicatie)
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-049c808c6852e983b778f14dd9a49cf3'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-3b8fd0b4539c43cdae29c0a188e92f04'}}

Operatie

Het doel van de operatie is het verwijderen van al het aangetaste schildklierweefsel, zonder de bijschildklier (die er vlak tegenaan ligt) te beschadigen. Veelal wordt er eerst een scintigrafie uitgevoerd om het aangetaste weefsel te identificeren. Indien de operatie succesvol is, behoeft uw kat nadien geen medicatie meer.

VOORDELEN:

  • definitieve oplossing

NADELEN:

  • kostprijs (scintigrafie en operatie)
  • risico op complicaties
  • niet bij nierfalen

Radio-actief jodium

Het radio-actief jodium wordt via een injectie aan de kat toegediend, vervolgens wordt het opgenomen in het abnormale schildklierweefsel. Er vindt een opeenstapeling plaats van een klein beetje radioactief materiaal in het zieke weefsel. De radioactieve straling vernietigt lokaal het abnormale schildklierweefsel, maar geeft geen beschadiging van het omringende weefsel.

VOORDELEN:

  • definitieve oplossing
  • op lange termijn goedkoper dan medicatie

NADELEN:

  • alleen in Gent beschikbaar
  • opname van minstens 1 week in de kliniek, gevolgd door quarantaine thuis (omwille van radio-activiteit)
  • minder geschikt bij nierfalen
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-a62de723bcb7235bb0814490f5d4c670'}}
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-52d9f6e71a25fbd16a347b505af4ad0d'}}

Aangepaste voeding

Hill’s heeft een speciale voeding ontwikkeld die weinig jodium bevat: Hill’s Presciption Dieet y/d. In deze voeding zit precies genoeg jodium voor een normale schildklierfunctie, maar onvoldoende om overdreven productie van schildklierhormoon mogelijk te maken. Het is dan niet meer nodig medicatie te geven of een operatie uit te voeren. Deze optie is uitsluitend geschikt voor alleen levende binnenkatten. De kat mag immers écht helemaal niets anders eten. Zelfs wat kruimels oplikken kan de werking van het dieet teniet doen.

VOORDELEN

  • geen medicatie of operatie nodig
  • betaalbaar
  • mogelijk bij beginnend nierfalen

NADELEN:

  • enkel binnenhuiskatten die alleen leven
  • niet aangewezen bij ernstig nierfalen

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

Hypothyroidie

{{ brizy_dc_global_blocks position=’top’ }}

Hypothyroïdie bij de hond

Hypothyroïdie is een aandoening waarbij de schildklier te weinig hormonen produceert. Het is één van de meest voorkomende aandoeningen van het hormoonstelsel bij de hond en kan zich op verschillende manieren uiten.

Aangezien het voornamelijk voorkomt bij honden van middelbare leeftijd, worden de tekenen vaak aanzien als normale verouderingskwaaltjes.

Controleren op deze aandoening bij honden op leeftijd, is altijd nuttig omdat er een goede behandeling mogelijk is!

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-ecb052c9cba4e4c7fc4613d012149b39'}}

Tekenen van Hypothyroïdie

We zien problemen vooral bij honden van middelbare leeftijd (tussen de 3 en 9 jaar oud) en dan vooral bij de middelgrote tot grote rassen.

Sommige rassen zijn vaker aangetast dan andere; in de risicogroep bevinden zich:

  • Labrador
  • Golden Retriever
  • Rhodesian Ridgeback
  • Husky
  • Dobberman
  • Dalmatiër
  • Border Collie
  • Ierse Setter
  • Sheltie
  • Cocker Spaniel
  • Beagle
  • Teckel

De tekenen van een te traag werkende schildklier ontwikkelen zich geleidelijk aan en zijn dus vaak niet erg opvallend. Vaak lijkt het gewoon dat uw hond een dag je ouder wordt. Echter wanneer u alert bent op volgende symptomen kunnen we snel overgaan tot verder onderzoek en de ziekte tijdig diagnosticeren en behandelen

Vaak voorkomende tekenen zijn:

  • Minder actief zijn
  • Huidproblemen: droge huid, kale plekken, uitdunnen van de vacht
  • Gewichtstoename zonder vraatzucht
  • Een trieste blik
  • Opzoeken van warme plaatsen

Wanneer langdurig niet behandeld, kunnen er ook zenuwproblemen optreden: wankele gang, scheve kopstand en zelfs verlamming.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-29cda0b2509aa2733524d2b02dbc8c67'}}

Diagnose van Hypothyroïdie

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-9c35ad096198d2c810eddd3f6b7918c7'}}

Algemeen onderzoek

Tijdens een algemene controle letten we vooral op bovenstaande symptomen en op tekenen die kunnen wijzen op een andere aandoening.

Daarnaast zien we vaak een trage hartslag en vinden we geen andere oorzaak voor de huidproblemen.

Bloedonderzoek

We bepalen de hoeveelheid schildklierhormoon (T4) in het bloed van uw hond. Deze test kan in ons eigen labo gebeuren en geeft resultaat na 20 min.

Indien de hormonen te laag zijn, wordt het staal ook doorgestuurd naar een extern labo om het schildklierstimulerend hormoon (TSH) te bepalen: een te hoge waarde daarvan bevestigt de diagnose.

{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-5ac40432be8e5482c8692c3577fc8468'}}

Behandeling van Hypothyroïdie

De behandeling van een te traag werkende schildklier bestaat uit het supplementeren van schildklierhormonen.

Bij voorkeur wordt ’s morgens én ’s avonds een tablet toegediend. Voor kleinere honden is er ook medicatie in siroopvorm beschikbaar.

Uiteraard dient de respons op de medicatie opgevolgd te worden. Dit doen we door een bloedname 6 weken na de start van de medicatie; indien de dosis aangepast moet worden, testen we 6 weken later opnieuw. Nadien is een intensieve controle niet meer nodig, het volstaat om 1 tot 2 keer per jaar de dosering te controleren.

Na het starten van een behandeling treedt zeer snel herstel op:

  • Activiteit: meestal binnen 2 weken verbetering
  • Huid: 1 – 4 maanden (haaruitval zal aanvankelijk toenemen)
  • Gewicht: Neemt geleidelijk af met 10% binnen 3 maanden
  • Herstel: meestal binnen 3 maanden
{{placeholder content='e3sgYnJpenlfZGNfaW1hZ2VfYWx0IH19' imageSrc='wp-970ba4c33334701e39e9183f3dc80eac'}}

{{ brizy_dc_global_blocks position=’bottom’ }}

Geplaatst op

Jumbo

AUGUSTUS 2019

Jumbo,

een stinkende adem verholpen

Voor meer informatie over Tandproblemen bij de hond en kat, Klik hier

Jumbo is een 8 jaar oude Berner Sennen met een geweldig lief karakter. De laatste tijd was het knuffelmoment niet meer zo aangenaam door de slechte mondgeur van Jumbo.

Tijdens de jaarlijkse controle bij de vaccinatie, viel een erg vies gebit op bij Jumbo. De oorzaak van de halithosis (slechte mondgeur) was dan ook gevonden.

Er werd een afspraak gemaakt om de tanden te detartreren. Dit dient te gebeuren onder algemene verdoving zodat we snel en grondig te werk kunnen gaan. Na het verwijderen van alle tandsteen, worden de tanden gladgepolijst om nieuwe problemen zo lang mogelijk te voorkomen.

Jumbo heeft terug een frisse mond en hopelijk lukt het poetsen om deze te behouden!

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-accc1b18f8d8100afac0ab1ee4e3c346' }}

Tanden VOOR de detartratie 

{{ brizy_dc_image_alt uid='wp-40180390ae774aaa98830db4a1971ae8' }}

Tanden NA de detartratie