Geplaatst op

HCM

Hypertrofische CardioMyopathie (HCM)

bij de kat

HCM is veruit de meest voorkomende hartspieraandoening bij katten, ongeveer 10% van de totale kattenpopulatie wordt vroeg of laat getroffen.

Meestal zien we HCM bij katten van middelbare en hogere leeftijd, maar helaas komt het ook voor bij jongere dieren. Het komt vaker voor bij raskatten, maar even goed bij gewone huiskatten.

Wat is HCM (Hypertrofische CardioMyopathie)?

HCM of hypertrofische cardiomyopathie is veruit de meest voorkomende aandoening van de hartspier bij katten, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dikker en dikker wordt.

Door de verdikte hartspier kan het hart minder bloed bevatten en gaat de pompfunctie systematisch achteruit. Vaak resulteert dit in hartfalen.

Oorzaken van HCM

Primaire HCM

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij raskatten (Britse Kortharen, Ragdoll, Maine Coon, Pers,…) en er zijn al enkele genmutaties bekend die tot de ontwikkeling van HCM leiden, waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. Dit noemt men ook wel primaire HCM.

Secundaire HCM

Het is steeds belangrijk om onderliggende oorzaken uit te sluiten, vooraleer te besluiten tot de erfelijke vorm van HCM.

Een overactieve schildklier (hyperthyroïdie) en een hoge bloeddruk (hypertensie) kunnen leiden tot secundaire HCM. Er dient een bloedname en een bloeddrukmeting uitgevoerd te worden. Indien er sprake zou zijn van hypertensie en/of hyperthyroïdie, starten we hiervoor een behandeling op en kan de hartspier zich opnieuw verbeteren. 

Myocarditis

Als laatste kan ook een hartspierontsteking (myocarditis) een sterke verdikking van de hartspier geven. Meestal gaat dit gepaard met koorts, algemene ziektesymptomen en een luid bijgeruis op het hart dat nooit eerder opgemerkt werd. Het onderscheid met een primaire HCM is niet altijd makkelijk te maken. Een bloedonderzoek kan een aanwijzing geven in de juiste richting, maar het antwoord ligt hier meestal in de opvolging: een hartspierontsteking kan zich herstellen, primaire HCM niet.

Tekenen van HCM

Sommige katten met HCM hebben helemaal geen symptomen. Op het lichamelijk onderzoek wordt soms een bijgeruis of een hartritmestoornis opgemerkt, maar dat is zeker niet altijd het geval. 

De meest opvallende symptomen zijn ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de kat soms met open bek ademt, “hijgt zoals een hond” of een pompende buikademhaling heeft. In tegenstelling tot de mens en de hond, zal een kat met hartfalen niet hoesten.

Inspanningsintolerantie komt eveneens vaak voor, maar is voor katteneigenaars vaak moeilijk te herkennen. Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De kat heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn. Vaak schuilt het herkennen van inspanningsintolerantie in kleine dingen zoals niet meer willen spelen, vaker gaan liggen of minder op hoogtes springen. 

Katten met HCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de kat zich bijna meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Bij katten met een vergevorderd (al dan niet vastgesteld) hartprobleem, kan een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van bloedklonters voorkomen. Wanneer zo’n bloedklonter het hart verlaat, komt die typisch vast te zitten ter hoogte van de achterpoten met plotse, pijnlijke verlamming van de achterpoten tot gevolg. De prognose hiervan is erg slecht. Op de korte termijn overlijden de katten vaak aan de gevolgen van het vrijkomen van de opgestapelde gifstoffen wanneer de klonter zich oplost. Indien de kat de intensieve behandeling toch zou overleven, zien we op vaak herval binnen de 6-12 maanden.

Diagnose van HCM

Echocardiografie

Met echocardiografie wordt de dikte van de hartspier gemeten en vergeleken met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de kat. Bij katten met HCM is de hartspier verdikt. Er kan op basis van de echo alleen echter niet gezegd worden of de aandoening primair of secundair is. Hiervoor is verdere opwerking nodig.

Bloed Onderzoek

Radiografie

Wanneer we vermoeden dat er zich vocht heeft opgestapeld rond de longen, nemen we een radiografie van de borstholte om de hoeveelheid vocht in te schatten.

Behandeling van HCM

Vochtafdrijvers

Indien de kat in hartfalen is, betekent dat dat ze vocht opstapelt in of rond de longen (of in zeldzame gevallen in haar buik). Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen – vrij in de borstkas dus – best aangeprikt en verwijderd om het katje snel comfort te bieden.

Bloedverdunners

Wanneer we op de echocardiografie zien dat de hartboezems (atria) toegenomen zijn in grootte, starten we preventief bloedverdunners op. De vergrote boezems verhogen immers de kans tot klontervorming aangezien het bloed daar niet weg kan en stil komt te staan. 

Anti-aritmica

Katten met een hartritmestoornis worden op anti-aritmica gezet (vaak beta-blokkers) om de ritmestoornis zo goed mogelijk onder controle te krijgen.

Opvolging en prognose van HCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt. De opvolging van een katje met HCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert. 

Naast regelmatige controles in de praktijk, bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden.

Prognose

HCM is ongeneeslijk. Het is de bedoeling van de medicatie om de kat een zo lang en comfortabel mogelijk leven te bieden. Eens er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – één jaar.

Geplaatst op

DCM

Dilatorische cardiomyopathie (DCM)

bij de hond

Dilatorische cardiomyopatie is een hartspieraandoening waarvan we de meeste gevallen zien bij reuzenrassen.

De ziekte kan zich al op vrij jonge leeftijd ontwikkelen,

namelijk vanaf 4 jaar.

Wat is DCM (Dilatorische CardioMyopathie)

DCM of dilatorische cardiomyopathie is een vaak voorkomende aandoening van de hartspier bij grote honden, waarbij de hartspier geleidelijk aan steeds dunner en dunner wordt.

Door dit spierverlies gaat de pompfunctie van het hart systematisch achteruit en krijgt het hart het bloed niet goed rondgepompt.

Hierdoor gaan de kamers van het hart vergroten treden zuurstoftekort, hartfalen en/of hartritmestoornissen op.  

Oorzaken van DCM

Genetische of aangeboren factoren

De exacte oorzaak is nog niet volledig uitgeklaard. De hartziekte komt vaker voor bij bepaalde rassen (Dobermann, Deense Dog, Newfoundlander, Ierse Wolfshond, …) waardoor een genetische/aangeboren factor vermoed wordt. 

Voeding

Het is ook al bewezen dat bepaalde voedseltekorten of specifieke diëten tot DCM kunnen leiden. Hierbij zijn vooral tekorten van taurine en carnitine van belang, maar ook lam&rijst- of granenvrije diëten zijn beschreven.

Boxers en Cocker Spaniels blijken vooral gevoelig te zijn aan voedselgerelateerde DCM.

Andere aandoeningen

Ook hartritmestoornissen kunnen DCM veroorzaken: bij honden die constant een supersnelle hartslag hebben (tachycardie), kan de hartspier dermate vermoeid geraken, dat er een gelijkaardig beeld kan ontstaan.

Als laatste, maar minder vaak voorkomende onderliggende oorzaak, kan een slecht werkende schildklier worden vermeld (hypothyroïdie). 

Tekenen van DCM

Op het lichamelijk onderzoek horen we soms een bijgeruis of een hartritmestoornis, maar dat is zeker niet altijd het geval. Soms is een minder sterk geslagen pols voelbaar.

Eén van de meest typische symptomen is inspanningsintolerantie. Kan je hond minder goed mee op wandeling, wil hij niet meer spelen of gaat hij vaker liggen? Doordat de pompfunctie slechter wordt, gaat er minder bloed naar de hoofdslagader die het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed. De hond heeft minder reserves en zal bij inspanning sneller moe zijn.

Wanneer de ziekte verder vordert, ontwikkelen zich ademhalingsklachten. In eerste instantie zal de ademhaling sneller zijn dan normaal. In een latere fase wordt de ademhaling ook moeilijker, waarbij de buikspieren worden aangesproken om de ademhaling te verbeteren en een hele diepe en drukkende ademhaling ontstaat.

Honden met DCM kunnen door zuurstoftekort ook flauwvallen. Dit is een kort en plots bewustzijnsverlies, meestal tijdens lopen, spelen of opwinding. De episode duurt meestal slechts enkele seconden, waarna de hond zich meteen terug normaal gedraagt. Een blauwe tong kan tijdens dergelijke episode (of los daarvan) opvallen. Het is een ernstig symptoom dat wijst op zuurstoftekort en vraagt nazicht.

Diagnose van DCM

Echocardiografie

Met echocardiografie meten we de dikte van de hartspier en de pompfunctie van het hart en vergelijken deze met de normaalwaarden op basis van het gewicht van de hond.

Bij DCM is de hartspier dunner en het hart groter.

Bloed Onderzoek

Op zoek naar een onderliggende oorzaak voor DCM, voeren we een bloedonderzoek uit. We gaan zo op zoek naar voedseltekorten of schildklierproblemen.

ECG

Bij vermoeden van ernstige hartritmestoornissen, kan een ElectroCardioGram uitgevoerd worden om de ernst in te schatten en de behandeling aan te passen.

Behandeling van DCM

Verbeteren van de pompfunctie

In eerste instantie starten we medicatie op om de pompfunctie van het hart te verbeteren. Zelfs als er geen symptomen werden opgemerkt, kunnen we al beginnen met medicatie.

Studies hebben aangetoond dat wanneer we op het juiste moment starten, het ontstaan van de problemen tot 9 maanden kan worden uitgesteld. Dit wil zeggen dat jaarlijkse screening van risicorassen vanaf een leeftijd van 3-4 jaar dus zeker loont!

Ritmestoornissen behandelen

Honden met DCM lopen risico om plots te overlijden. Dit zijn meestal de honden waarbij naast problemen met de pompfunctie van het hart, ook ernstige hartritmestoornissen optreden. Afhankelijk van de soort ritmestoornis, worden verschillende anti-aritmica ingezet om het risico op flauwvallen (tgv milde ritmestoornissen) en plots overlijden (tgv ernstige ritmestoornissen) zoveel mogelijk te beperken.

Vochtafdrijvers

Daarnaast kan de hond hartfalen ontwikkelen. Dit betekent dat er vocht opstapelt in of rond de longen en/of in de buik, met ademhalingsklachten, vermindering van comfort en vermageren tot gevolg. Hiervoor worden vochtafdrijvers opgestart. Daarnaast wordt vocht dat aanwezig is rondom de longen of vrij in de buik zit best aangeprikt en verwijderd om opnieuw een betere levenskwaliteit te bieden.

Opvolging en prognose van DCM

Opvolging

Eens hartmedicatie moet worden opgestart, blijft dit levenslang nodig. Met de evolutie van de ziekte kan het zelfs nodig zijn dat dosissen verhoogd worden of extra medicatie opgestart wordt.

Ook hier zijn dus regelmatige controles van belang, maar er bestaat ook een eenvoudige opvolgingstool voor thuis! Het tellen van de ademhaling in rust, geeft een goed idee over het ontstaan van vocht op de longen, is makkelijk uit te voeren en is heel gevoelig aan verandering. Eén beweging van de borstkas naar boven en naar beneden telt als één ademhaling. De frequentie per minuut wordt best geteld als de hond erg rustig is of slaapt. Een normale ademhalingsfrequentie in rust thuis ligt onder de 30 keer per minuut. Tussen de 30 en de 40 ademhalingen per minuut is een beetje een grijze zone, boven de 40 keer per minuut is te snel. Hierbij is vooral de individuele evolutie en tendens van belang. De ademhalingsfrequentie wordt dus best ergens op een blaadje genoteerd en bijgehouden. Er bestaat ook een app (HartMonitor Hond) die het tellen en het bijhouden van de ademhalingsfrequentie gemakkelijker maakt.

Prognose

De opvolging van een hond met DCM is heel belangrijk en zal bestaan uit regelmatige controles met herhalen van de echocardiografie, overlopen van de klinische klachten (en de ademhalingsfrequentie in rust thuis geteld) en bloedonderzoeken naarmate de ziekte vordert.

DCM ten gevolge van voedseltekorten of hartritmestoornissen kan omkeerbaar zijn indien de onderliggende aandoening succesvol kan worden behandeld. DCM waar geen onderliggende oorzaak bij kan worden aangeduid, is ongeneeslijk.

Eens de diagnose gesteld wordt en er sprake is van hartfalen, bedraagt de gemiddelde overlevingstijd – met medicatie – 3 tot 6 maanden.